beduidend
- be·dui·dend
vervoeging van: | beduiden |
verbogen vorm: | beduidende |
beduidend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beduidend | beduidender | beduidendst |
verbogen | beduidende | beduidendere | beduidendste |
partitief | beduidends | beduidenders | - |
beduidend
- aanzienlijk, veel, aanmerkelijk
- Hij kreeg een beduidende erfenis van zijn tante.
- Ja, ik ben van Téléchance. Een eerlijk bedrijf. Wij zijn betrouwbaar en onze winstcijfers zijn het afgelopen jaar beduidend toegenomen. We gaan de beurs op. En ik heb het druk, druk.' [1]
- ▸ Ik keek ervan op dat volgens dit onderzoek mensen die elke dag minstens 30 minuten lopen een beduidend lagere kans op hart- en vaatziekte, darmkanker, borstkanker en dementie hebben.[2]
- Het woord beduidend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beduidend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Sandes, DavidDe wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 127
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be