befale
- be·fa·le
- Afkomstig van het Middelnederduitse woord bevalen ww "bevelen" met het voorvoegsel be-
- Verwant aan het Oudnoordse woord fela ww "verbergen" met het voorvoegsel be-
Naar frequentie | 32537 |
---|
befale
- overgankelijk bevelen, gebieden
- «Hun befalte ham å sette seg.»
- Ze gebood hem te gaan zitten.
- «Hun befalte ham å sette seg.»
- overgankelijk gelasten, bepalen
- «Er det du eller jeg som befaler her?»
- Ben jij of ik het die het hier bepaalt?
- «Er det du eller jeg som befaler her?»
- overgankelijk, (militair) commanderen, bevel voeren over, bevelen
- overgankelijk, (religie) (Luk 23,46) bevelen, overgeven
- [1]: bestemme ww
- [1]: by ww
- [1]: byde ww
- [1]: dirigere ww
- [1]: gi ordre til
- [1]: kommandere ww
- [1]: pålegge ww
- [1]: sette (en) til (å gjøre noe)
- [1]: tilholde ww
- [2]: forføye ww
- [3]: kommandere ww
- [4]: betro ww
- [1]: befalende setning
een gebiedende zin
- be·fa·le
- Afkomstig van het Middelnederduitse woord bevalen ww "bevelen" met het voorvoegsel be-
- Verwant aan het Oudnoordse woord fela ww "verbergen" met het voorvoegsel be-
befale
- overgankelijk bevelen, gebieden
- overgankelijk gelasten, bepalen
- overgankelijk, (militair) commanderen, bevel voeren over, bevelen
- overgankelijk, (religie) (Luk 23,46) bevelen, overgeven