nakomen
- na·ko·men
- samenstelling van na bw en komen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nakomen |
kwam na |
nagekomen |
klasse 4 | volledig |
nakomen
- overgankelijk iets ~:aan een verplichting voldoen
- Ik betwijfel of hij die belofte wel na zal komen.
- later dan anderen komen
- Omdat hij eerst nog moest werken, kwam hij na.
- Het woord nakomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nakomen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be