aarzelen
Thesaurus
aarzelen:
weifelennasynchroniseren, dubben, talmen, twijfelen,OpenThesaurus. Distributed under GNU General Public License.
Vertalingen
aarzelen
zögern, schwanken, taumeln, wackeln, zagen, zaudernhesitate, waverhésiter, barguigner, balancer, chanceleresitare, barcollare, ondeggiamento, svolazzare, vertereيَتَرَدَّدُváhattøveδιστάζω, διστάσετεvacilarepäröidä, epäröioklijevatiためらう주저하다nølezawahać sięhesitarколебатьсяtvekaลังเลใจduraksamakdo dự犹豫猶豫 (ˈarzələ(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd aarzelde , voltooid deelwoord heeft geaarzeld
niet direct weten of je iets moet doen Uitgevers aarzelen over de productie van digitale boeken. aarzelen met investeren in de toekomst aarzelen of je na je schoolopleiding zult gaan studeren
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.