knabbelen

Thesaurus

knabbelen:

peuzelen
Vertalingen

knabbelen

nibble, pick, gnawoffgrignotercomiscar, comisquear, picotearгрызтьcògliere (ˈknɑbələ(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd knabbelde , voltooid deelwoord heeft geknabbeld
met kleine hapjes eten knabbelen aan een stuk chocola knabbelen op een nootje
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.