schommelen

Thesaurus

schommelen:

wiegen
Vertalingen

schommelen

oscillate, balance, poise, waver, rock, swingosciller, bercer, balancer, se balancer, (se) balancerbrandire, ondeggiamento, vibrare, cullare, oscillareيَتَأَرْجَحُ, يُرْجِحُhoupat (se), houpat serokke, svingeschaukelnαιωρούμαι, κουνώcolumpiarse, mecer, oscilarkeinualjuljati, njihati揺れる앞뒤(좌우)로 흔들다, 흔들흔들 움직이다rocke, svingezakołysać siębalançar, baloiçarкачатьсяgunga, svängaแกว่ง, โยก แกว่ง เขย่าsallamak, sallanmakđu đưa摇摆 (ˈsxɔmələ(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd schommelde , voltooid deelwoord heeft geschommeld
1. heen en weer gaan op een schommel De wip vindt hij eng, maar schommelen wil hij wel.
2. (van getallen) afwisselend hoger en lager zijn schommelende beurskoersen De prijs schommelt rond de tweehonderd euro.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.