speelgoed

Vertalingen

speelgoed

jouets, jouettoylekejuguetesSpielzeuggiocattoliигрушкиbrinquedoszabawki玩具玩具hračkylegetøjlelutצעצועיםおもちゃ장난감leksakerของเล่น (ˈspelxut)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud
alles wat bedoeld is voor kinderen om te spelen Je moet aan het eind van de middag je speelgoed opruimen. speelgoedbeest speelgoedwinkel
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.