grond
Étymologie
modifier- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun
modifiergrond \Prononciation ?\
Synonymes
modifierPrononciation
modifier- Afrique du Sud : écouter « grond [Prononciation ?] »
Étymologie
modifier- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun
modifierNombre | Singulier | Pluriel |
---|---|---|
Nom | grond | gronden |
Diminutif | grondje | grondjes |
grond \ɣɾond\ masculin
Dérivés
modifier- achtergrond
- afgrond
- alkaligrond
- ankergrond
- begane grond
- beroepsgrond
- beweeggrond
- bewijsgrond
- binnengrond
- bladgrond
- bosgrond
- bouwgrond
- bovengrond
- brikgrond
- broekgrond
- broodgrond
- buitengrond
- cultuurgrond
- dalgrond
- dekgrond
- eerdgrond
- eigendomsgrond
- enkeerdgrond
- etsgrond
- geboortegrond
- geestgrond
- gegrond
- gifgrond
- giftgrond
- grasgrond
- grindgrond
- groengrond
- grondaanwinning
- grondachtig
- grondader
- grondangel
- grondartikel
- grondbalans
- grondbalk
- grondbank
- grondbedekking
- grondbedrijf
- grondbeeld
- grondbegin
- grondbeginsel
- grondbegrip
- grondbelasting
- grondbeleid
- grondbetekenis
- grondbezit
- grondbezitter
- grondbezitting
- grondboek
- grondboor
- grondboring
- grondbraak
- grondbrief
- grondcijns
- gronddekking
- gronddenkbeeld
- gronddienst
- gronddraad
- gronddruk
- grondduiker
- grondeekhoorn
- grondeenheid
- grondeigenaar
- grondeigendom
- grondeling
- grondeloos
- gronden
- gronder
- gronderig
- grondexploitatie
- grondfrees
- grondgat
- grondgebied
- grondgedachte
- grondgesteldheid
- grondgetal
- grondgewas
- grondgolf
- grondhaai
- grondheel
- grondheer
- grondheerlijkheid
- grondhorig
- grondhouding
- grondhout
- grondhouw
- grondhuur
- grondig
- grondijs
- gronding
- grondkaart
- grondkamer
- grondkapitaal
- grondkerend
- grondkering
- grondkleur
- grondkorjaal
- grondkracht
- grondkrediet
- grondlaag
- grondlak
- grondlasten
- grondlegger
- grondlegging
- grondlijn
- grondmarkt
- grondmassa
- grondmechanica
- grondmist
- grondmonster
- grondmorene
- grondmuur
- grondnoot
- grondoefening
- grondoffensief
- grondoorlog
- grondoorzaak
- grondorchidee
- grondpaal
- grondpacht
- grondpapier
- grondpersoneel
- grondpilaar
- grondplaat
- grondplan
- grondpolitiek
- grondpomp
- grondprincipe
- grondpunt
- grondrecht
- grondregel
- grondreiniging
- grondrente
- grondroerder
- grondroeren
- grondschaaf
- grondscharing
- grondscheiding
- grondschoot
- grondschot
- grondschuiver
- grondslag
- grondsloof
- grondsnelheid
- grondsoort
- grondsop
- grondspecie
- grondspeculant
- grondspecht
- grondspeling
- grondstaal
- grondstation
- grondsteen
- grondstelling
- grondstem
- grondster
- grondsteward
- grondstewardess
- grondstof
- grondstofwisseling
- grondstroom
- grondstuk
- grondtaal
- grondtakel
- grondtal
- grondtalie
- grondtekening
- grondtekst
- grondtoestand
- grondtoon
- grondtrek
- grondtroepen
- grondvast
- grondverbetering
- grondverf
- grondvergadering
- grondverklikker
- grondverven
- grondverzet
- grondvest
- grondvesten
- grondvlak
- grondvorm
- grondvreter
- grondwaarheid
- grondwater
- grondwerk
- grondwerker
- grondwerktuigkundige
- grondwet
- grondwetgever
- grondwettelijk
- grondwettig
- grondwoeler
- grondwoord
- grondwortel
- grondzee
- grondzeep
- grondzeil
- grondzeiler
- grondzuil
- grondzwaai
- haringgrond
- hartgrondig
- heidegrond
- houtgrond
- humusgrond
- jachtgrond
- kalkgrond
- kleefgrond
- kleigrond
- komgrond
- kostgrond
- krijtgrond
- kweekgrond
- laag-bij-de-gronds
- landbouwgrond
- landsgrond
- leemgrond
- mientgrond
- moesgrond
- molmgrond
- mulgrond
- natuurgrond
- oergrond
- ondergrond
- ondergronds
- plattegrond
- podsolgrond
- potgrond
- rechtsgrond
- rechtvaardigingsgrond
- rotsgrond
- schijngrond
- schulduitsluitingsgrond
- slijkgrond
- steekgrond
- steengrond
- stekgrond
- strafuitsluitingsgrond
- teelgrond
- troostgrond
- tuingrond
- vaaggrond
- vadergrond
- veengrond
- verschoningsgrond
- visgrond
- voorgrond
- vrijmansgrond
- weidegrond
- zandgrond
- zavelgrond
Forme de verbe
modifiergrond \Prononciation ?\
- Première personne du singulier du présent de gronden.
Taux de reconnaissance
modifier- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,6 % des Flamands,
- 100,0 % des Néerlandais.
Prononciation
modifier- Pays-Bas : écouter « grond [Prononciation ?] »
- Pays-Bas (partie continentale) (Wijchen) : écouter « grond [Prononciation ?] »
Références
modifier- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]
Étymologie
modifier- Forme et orthographe du dialecte surmeiran.
Adjectif
modifiergrond \Prononciation ?\ masculin