tijdschrift
Étymologie
modifierNom commun
modifier| Pluriel |
|---|
| tijdschriften |
tijdschrift \tɛjd.sχɾɪft\ neutre
- Périodique, revue, magazine.
- een wekelijks tijdschrift : un hebdomadaire
Synonymes
modifierTaux de reconnaissance
modifier- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 98,7 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation
modifier- \tɛjd.sχɾɪft\
- Pays-Bas : écouter « tijdschrift [tɛjd.sχɾɪft] »
Références
modifier- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]