Sigurd von Ilsemann

Duits officier (1884-1952)
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door JRB (overleg | bijdragen) op 17 dec 2014 om 10:34.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Sigurd Wilhelm Adolf Arnold Christoph Frank von Ilsemann (Lüneburg, 19 februari 1884 - Doorn, 6 juni 1952) was een telg uit een Duitse familie. Het geslacht Von Ilsemann werd in 1908 tot de Pruisische adelstand verheven. In 1918 ging Sigurd in ballingschap als adjudant van Keizer Wilhelm II naar Nederland. Hier zou von Ilsemann zijn vrouw ontmoeten, Elizabeth gravin van Aldenburg Bentinck (1892-1971), dochter van de heer van Kasteel Amerongen.[1] Hij bleef vleugeladjudant van de gewezen keizer tot aan diens dood in 1941. Von Ilsemann bleef nog enige tijd in Doorn wonen. Tot zijn eigen dood in 1952 was hij rentenier op Kasteel Amerongen. Von Ilsemann hield gedurende 23 jaar een dagboek bij, waarin hij het leven van de keizer in ballingschap beschreef.

Loopbaan

Als luitenant deed Sigurd von Ilsemann mee aan diverse veldslagen in de Eerste Wereldoorlog, hij streed onder andere in Champagne-Ardenne in 1916. Na twee jaar werd hij toegevoegd aan de staf van de toenmalige keizer Wilhelm II van Duitsland en maakte hij deel uit van het gevolg van de keizer dat in ballingschap in Nederland ging. Als adjudant van de keizer was hij in eerste instantie verantwoordelijk voor diens welzijn als bewapende lijfwacht.

Ballingschap in Nederland

Op 10 november vluchtte Wilhelm II vanuit zijn verblijf in Spa naar Nederland. Von Ilsemann besloot hem te begeleiden ondanks dat het onduidelijk was of hij dan nog terug kon naar zijn geboorteland. Bovendien betekende dit het einde van zijn militaire loopbaan. Na hun aankomst per trein in Eijsden reisden ze verder naar Kasteel Amerongen. Aanvankelijk werden ze daar opgevangen door graaf Van Aldenburg Bentinck. De adjudanten werden opgevangen in het plaatselijke hotel Lievendaal. In plaats van zes dagen zou de keizer uiteindelijk anderhalf jaar op Amerongen verblijven, wat niet gemakkelijk was voor de familie Bentinck.[2] De enige dochter van de graaf, Elizabeth, had na de dood van haar moeder de leiding van het huishouden en trad ook als zodanig op als gastvrouw. In mei 1920 verloofden zij en Von Ilsemann zich en in oktober van dat jaar trouwden ze. Tussen 1921 en 1929 werden hun drie zonen geboren.

Eind 1919 kocht de keizer Huis Doorn, waar hij in 1920 heen verhuisde. Von Ilsemann bleef bij zijn vrouw op Kasteel Amerongen wonen, maar bracht uiteindelijk meer tijd door in Doorn. De voormalig keizer stond er namelijk op altijd vergezeld te worden door een van zijn adjudanten. Von Ilsemann deelde deze taak met anderen en was verplicht om, naast zijn dagelijkse werk, 's avonds met de keizer te dineren. Hij sliep dan vaak in zijn kamer in het poortgebouw, om de volgende ochtend gelijk aan het werk te gaan. Een belangrijk deel van zijn werkzaamheden was het samenvatten van het nieuws uit de kranten. Hij zag, als een van de weinigen in het keizerlijke gevolg, zich verplicht alles wat de keizer moest weten te vertellen. Ook als het hem niet zou bevallen. Daarnaast werd van Von Ilsemann verwacht dat hij de keizer zou helpen bij het dagelijkse werk in de tuin. Von Ilsemann was een van de weinige stafleden die onafgebroken in dienst bleef tot aan de dood van de keizer in 1941.[3]

Elf jaar later, op 68-jarige leeftijd, pleegde Von Ilsemann zelfmoord in het poortgebouw van Huis Doorn.

Dagboeken

Ilsemann heeft tijdens zijn tijd als adjudant jarenlang een dagboek bijgehouden. Na zijn dood is een deel daarvan gepubliceerd en later ook in het Nederlands vertaald: Der Kaiser in Nederland.[4].

Literatuur

  • Perry Pierik, Henk Pos, De verlaten monarch. Keizer Willem II in Nederland. Soesterberg, 1999.

Voetnoten

  1. Nederland's Adelsboek 86 (1996-1997), p. 18-19.
  2. Asielzoeker Wilhelm in Amerongen
  3. H.L.Ph. Leeuwenberg en F. Vogelzang, 'Sigurd von Ilsemann (1884-1952), adjudant van de keizer', De Utrechtse Heuvelrug-Zuid (Utrecht, 2006), blz. 67-73.
  4. Aantekeningen van de laatste vleugeladjudant van Keizer Wilhelm II uit Amerongen en Doorn, 1918-1923 (Baarn 1969)