Alliteratie
Alliteratie of allitteratie, ook stafrijm ('staf' betekent 'letter') of letterrijm genoemd, is het herhaald gebruik van gelijke beginmedeklinkers in twee of meer beklemtoonde lettergrepen of woorden binnen een uitdrukking, prozazin of vers. Soms spreekt men van alliteratie in geval van gelijkheid van beklemtoonde beginklinkers. Alliteratie is een vorm van rijm. Guido Gezelle schreef de allitererende, toelichtende zin: "Stafrijmen zijn stapstenen waarop men steunt met de stemme."
Alliteratie wordt soms uitgelegd als beginrijm. Dat is echter een term die meerdere betekenissen heeft en tevens naar het voorrijm of naar de stijlfiguur anafoor kan verwijzen.
Literatuur
bewerkenAlliteratie wordt van oudsher vaak gebruikt in literatuur, van literaire werken tot stripboeken. Vanwege het vele gebruik van alliteratie in de Germaanse en noordse mythologie en literatuur, zoals Skaldenpoëzie, wordt alliteratie soms Germaans rijm genoemd.
Bekend is de anekdote waarin auteur G.K.van het Reve gevraagd wordt naar de schijnbare tegenstelling tussen de maagdelijkheid van Maria en haar moederschap: "Als Moeder van God, kan Maria -in mythische zin- niets anders zijn dan de Heilige Maagd", allitereert de schrijver, "maar natuurlijk heeft Zij zich als mens, misdragen met de melkboer. Daar heb ik helemaal geen moeite mee".
Veel boeken uit de serie van Bob Evers hebben een titel met stafrijm, net als de albums van Suske en Wiske. Een hoogtepunt hierin is het Suske en Wiske-avontuur De geverniste zeerovers (dat oorspronkelijk overigens De zonnige zageman heette), waarin op één halve pagina alleen maar woorden staan die met een v beginnen ("Verbrijzelen van verre vraagt van volwassen verschutters veel vakmanschap").
De Nederlandse schrijvers Catalijn Claes, Piet Paaltjens en Marga Minco kozen een allitererend pseudoniem.
Stafrijm is ook populair in namen van stripfiguren: Donald Duck, Guus Geluk, Willie Wortel, Mickey Mouse, Terpen Tijn, Bulle Bas, en Bulletje en Bonestaak.
Spraakgebruik
bewerkenStafrijm komt vaak voor in zegswijzen die gemeengoed zijn in het spraakgebruik. Zoals huis en haard, lief en leed, met man en muis, paal en perk en schots en scheef.
Twee bekende voorbeelden van zinnen met veel stafrijm zijn: "Wie weet waar Willem Wever woont?" en "Liesje" (of "Leentje") "leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan". Een andere is: "De dunne dokter duwde de dikke dame door de draaideur".
Een nog langere aaneenvolgende stafrijm is: "zachtjes zwetsend, zichtbaar zuidwaarts, zwemmen zeven zeer zware zwarte Zomergemse zotten zonder zorgen zes zonnige zomerse zondagen zonder zwembroek. Zware Zulma’s zwager zei: ze zijn zot zeker, ze zullen zinken."[1]
Het kindertijdschrift Kris Kras publiceerde:
- "Klappertandend kwam Kees Koukleum kolen kopen.
- “Kijk, kijk,” kakelde kolenkoopman Kuipers. “Kees klappertandt! Koud Kees?”
- “Kerel,” klaagde Kees, “knikkende knieën, krakende knoken, kompleet klapperende kiezen.”
- “Kurieuze kou,” knikte Kuipers. “Koop kolen, knul! Kolen kunnen kou klein krijgen!”"
Politiek en reclame
bewerkenIn de politiek wordt stafrijm soms gebruikt om een boodschap over te brengen die makkelijk te onthouden is. Aan het begin van de Belgische Opstand verscheen in Brussel een geschrift dat bekend staat als de 'twaalf w's': "Wij Willen Willem Weg, Wilde Willem Wijzer Worden, Willen Wij Willem Weer."
Ferdinand Domela Nieuwenhuis vatte de vijanden van het socialisme samen met de 'vijf k's': Koning, Kerk, Kapitaal, Kazerne en Kroeg.
Omdat alliteratie helpt om de boodschap te onthouden wordt het veel toegepast in reclame voor producten. Voorbeelden zijn: Heerlijk Helder Heineken, Today, Tomorrow, Toyota, Verrassend Volledig, Verbazend Voordelig (Action).
Ook merknamen worden vaak gekozen vanwege de alliteratie, zoals Bakker Bart, Coca Cola en Media Markt.
Externe links
bewerken- Lemma Alliteratie in het Algemeen Letterkundig Lexicon, G.J. van Bork, D. Delabastita, H. van Gorp, P.J. Verkruijsse en G.J. Vis, 2012, geraadpleegd op 30 april 2021.
- Lemma Stafrijm in het Algemeen Letterkundig Lexicon, G.J. van Bork, D. Delabastita, H. van Gorp, P.J. Verkruijsse en G.J. Vis, 2012, geraadpleegd op 2 juni 2021.
- Karel Witteveen, Creatief schrijven, Boom, Onderwijs, 1996
- Ton den Boon, Stijlfiguren, Sdu, 2001, blz. 12
- Paul Claes & Eric Hulsens, Groot retorisch woordenboek, Vantilt, 2015, blz. 27
- ↑ Een ooggetuigenverslag van een zomerse zondag in juni anno 2010. Blogslot.com (16 juni 2010). Gearchiveerd op 4 november 2021. Geraadpleegd op 8 augustus 2020.