Alois Hába

componist uit Tsjechië (1893-1973)

Alois Hába (Vizovice, Moravië, 21 juni 1893Praag, 18 november 1973) was een Tsjechisch microtonaal componist, muziektheoreticus en muziekpedagoog.

Alois Hába
Alois Hába
Alois Hába
Algemene informatie
Volledige naam Alois Hába
Geboren 21 juni 1893
Geboorteplaats VizoviceBewerken op Wikidata
Overleden 18 november 1973
Overlijdensplaats PraagBewerken op Wikidata
Land Vlag van Tsjechië Tsjechië
Werk
Genre(s) symfonische muziek
Beroep componist, muziektheoreticus, muziekpedagoog
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Levensloop

bewerken

Hába stelde op 5-jarige leeftijd vast, dat hij een perfect gehoor had[1]. In de familie en in de kerk werden de Wallachische liederen gezongen. In 1908 ging hij aan het lerarenseminarie in Kroměříž en was geïnteresseerd in het Tsjechische nationalisme. Hij hoorde muziek van Bedřich Smetana en Richard Wagner. Nadat hij afgestudeerd was, werd hij leraar in een klein dorpje Bílovice vlak aan de Hongaarse grens.

Hij zette zijn muziekstudies voort en schreef in 1913 zijn eerste compositie. Met begin van de Eerste Wereldoorlog vertrok hij naar Praag en studeerde bij Vítězslav Novák aan het Praags Conservatorium. Hier deed hij onder andere een analyse van de werken van Claude Debussy, Max Reger, Alexander Skrjabin en Richard Strauss. In 1915 werd hij lid van het Oostenrijks-Hongaarse leger en kwam aan de Russische front. In 1917 werd hij verlegd aan de Italiaanse front. In 1918 kwam hij naar Wenen, waar hij een collectie Slowaakse soldatenliedjes verzamelde.

Geïnspireerd door een recital met een van Willi von Möllendorff gebouwde kwarttoonharmonium schreef hij een kwarttoonwerk, een Suite in het kwarttoonsysteem, voor twee daarvoor gebouwde en in kwarttoon gestemde piano's. Hij studeerde bij Jan Brandts Buys en later Richard Stöhr, maar hij was niet gelukkig met de strikte contrapunt lessen. Hij werd student bij Franz Schreker. Hij was regelmatig gast bij de privéconcerten met werken van Arnold Schönberg en hij bestudeerde zijn werken. In deze tijd begon tevens zijn langdurige vriendschap met Hanns Eisler. Als Schreker naar Berlijn ging, trok ook Hába mee naar Berlijn. In Berlijn had hij zijn eerste successen als componist. Daar publiceerde hij op Tsjechisch een leerboek Harmonické základy ctvrttónové soustavy (Harmonische fundamenten van het kwarttoonsysteem). In 1923 stelde hij samen met Ferruccio Busoni een zesdetoonsysteem voor. Begin jaren 1920 behoorde hij tot de Europese avant-garde.

Na zijn terugkomst in Praag werd hij professor aan het Praags Conservatorium, waar hij van 1923 tot 1953 doceerde in de microtonale muziek.

Hij was een gast bij de muziekfeesten voor nieuwe toonkunst te Donaueschingen, Duitsland. In zijn muziek heeft hij de toonladder uitgebreid met kwart- en zesde tonen, waarvoor speciale instrumenten (piano, harmonium, klarinet, gitaar, trompet) werden gebouwd.

Composities

bewerken

Werken voor orkest

bewerken
  • 1919 Ouverture, voor orkest, op. 5
  • 1920-1921 Cesta života, symfonische fantasie voor piano en orkest, op. 8

Muziektheater

bewerken

Opera's

bewerken
Voltooid in titel aktes première libretto
1927-1930 Matka (Moeder), kwarttoonopera,
(twee kwarttoonklarinetten en twee kwarttoontrompetten werden gebruikt), op. 35
10 scènes 17 mei 1931, München, Staatsopera van de componist
1934-1936 Nová zemĕ (Het nieuwe land), op. 47 3 aktes Ferdinand Pujman naar de roman van Fëdor Gladkov
1937-1942 Přijd' králoství Tvé (Uw rijk kom), zesdetoonsysteem opera, op. 50 zeven scènes van de componist en Ferdinand Pujman

Kamermuziek

bewerken
  • 1914-1915 Sonata, voor viool en piano, op. 1
  • 1919 1e Strijkkwartet (semitone), op. 4
  • 1920 2e Strijkkwartet, op. 7 (Hába's 1e gepubliceerd kwarttooncompositie)
  • 1927-1928 Suite, voor bas-klarinet en piano, op. 34

Werken voor piano

bewerken
  • 1918 Variaties over een kanon van Robert Schumann, voor piano, op. 1b
  • 1922 1e Suite, voor twee piano's (kwarttoonsysteem), op. 10 (rev. 1932 als op. 11a)
  • 1922 2e Suite, voor kwarttoonpiano, op. 11 (rev. 1932 als op. 11b)
  • 1923 3e Suite, voor kwarttoonpiano, op. 16

Publicaties

bewerken
  • Harmonic Principles of the Quarter-tone System, Prague, HMUB, 1922
  • Von Neuer Musik, 1925
  • Von der Psychologie der musikalischen Gestaltung, Gesetzmäßigkeit der Tonbewebung und Grundlagen eines neuen Musikstils, Urtext-Edition, Vienna, 1925
  • Neue Harmonienlehre des diatonischen, chromatischen, Viertel-, Drittel-, Sechstel- und Zwoelftel-Tonsystems, Letpzig, Kistner – Siegl 1927
  • Albert Steffens: Der Sturz des Antichrist als Oper von Viktor Ullmann. Das Goetheanum, Jg. 16, Nr. 26, 26. Juni 1937, S. 210 f.
  • Mein Weg zur Viertel- und Sechsteltonmusik, Gesellschaft zur Förderung der systematischen Musikwissenschaft, Düsseldorf, 1971., München: Filmkunst Musikverlag 1986. 125 S.

Bibliografie

bewerken
  • Wim de Ruiter: Compositietechnieken in de twintigste eeuw partituurvoorbeelden, Haarlem, Netherlands: De Toorts, 1993, 2 delen, 400 p., ISBN 978-90-602-0673-7
  • Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9
  • Lubomír Spurný, Jiří Vysloužil: Alois Hába: A Catalogue of the Music and Writings. Prague : Koniasch Latin Press, 2010. ISBN 978-80-86791-78-4.
  • Oldrich Pukl: Čtvero setkání s Aloisem Hábou, Opus musicum 24, 1992, s. 74–81
  • Oldrich Pukl: K organizační činnosti Aloise Háby (Zur organisatorischen Tätigkeit von Alois Hába), Hudební věda 11, 1974, s. 281–285
  • Oldrich Pukl: Matka Aloise Háby. Osud jedné opery, Tvář 1964, č. 8, s. 84–85
  • Franco Rossi, Michele Girardi: Il teatro la Fenici : chronologia degli spettacoli 1938-1991, Venezia: Albrizzi Editore, 1992, 650 p., ISBN 88-317-5509-9
  • Hanns-Werner Heister, Walter-Wolfgang Sparrer: Komponisten der Gegenwart, Edition Text & Kritik, München, 1992, ISBN 978-3-88377-930-0
  • Robert P. Morgan: Twentieth-century music – A history of musical style in modern Europe and America, New York: W.W. Norton, 1991, 554 p., ISBN 978-0393952728
  • Alena Martínková: Čeští skladatelé současnosti, zpracoval kolektiv autorů ; redigovala Alena Martínková, Praha: Panton, 1985,
  • Lyle G. Wilson: A dictionary of pianists, London: Robert Hale, 1985. 343 p., ISBN 978-0709017493
  • Jean-Marie Londeix: Musique pour saxophone, volume II : repertoire general des oeuvres et des ouvrages d'enseignement pour le saxophone, Cherry Hill: Roncorp Publications, 1985
  • Jiří Vysloužil: Alois Hába dnes. (Alois Hába heute)., Hudebni rozhledy. 38 (1985), S. 34-37.
  • Jiří Vysloužil: Alois Hába heute, Muzikololki Zbornik. 20 (1984), S. 55-64.
  • Jiří Vysloužil: Alois Hába. Meister der klanglichen Nuance., Musik und Gesellschaft. 34 (1984), S. 300-304.
  • Jiří Vysloužil: Lidova piseo v teorii Aloise Haby. (Das Volkslied in der Theorie von Alois Haba), Sbornik referatu z hudebno teoretickeho seminare k vyrocim A. Haby, K. Janecka, E. Hradeckeho, B. Duska a k zivotnim jubileim J. Valka, J. Volka a J. Smolky. Praha 1983. S. 15-22.
  • Jiří Vysloužil: Alois Hába und die Dodekaphonie., Schweizerische Musikzeitung. 118 (1978), S. 95-102.
  • Jiří Vysloužil: Hábas Musik für Vierteltonklavier., Musicologica Slovaca. 7 (1978), S. 107-116.
  • Jiří Vysloužil: Alois Hába a dodekafonie. (Alois Hába und die Dodekaphonie), Opus musicum. 10 (1978). S. 36-41.
  • Jiří Vysloužil: Alois Hába, Praha: Panton 1974. 468 S.
  • Jiří Vysloužil: Alois Hába – muz hudebniho a politickehe pokroku. (A. Haba – ein Mann des musikalischen und politischen Fortschritts), Opus musicum. 6 (1974), S. 2-6.
  • Jiří Vysloužil: Alois Hába a jeho současnici. (A. Hába und seine Zeitgenossen), Hudebni rozhledy. 26 (1973), S. 230-235.
  • Jiří Vysloužil: Hábova hudba pro ctvrttonovy klavir. (Alois Hábas Musik für das Vierteltonklavier), Opus musicum. 5 (1973), S. 101-107.
  • Jiří Vysloužil: Alois Hába : profil, dilo, bibliografie, dokumenty. (Alois Hába – Profil, Werk, Bibliographie, Dokumente, Brno: Dum kultury a osvety 1970. 19 S.
  • Jiří Vysloužil: Alois Hába, Arnold Schönberg und die tschechische Musik, Aspekte der Neuen Musik. 1968. S. 58-67.
  • Jiří Vysloužil: Zu Hábas Symphonischer Phantasie, op. 8, Sbornik praci filosoficke fakulty brnenske university 17 (1968), H 3, S. 75-86.
  • Jiří Vysloužil: Hába's idea of quartertone music, Hudební věda. 5 (1968), S. 466-472.
  • Jiří Vysloužil: Prvni ctvrttonove skladby Aloise Háby. (Die ersten Vierteltonkompositionen Alois Hábas), Hudební věda. 3 (1966), S. 607-622.
  • Jiří Vysloužil: K Habovu postaveni vevyvoji ceske a evropske moderni hudby. (Alois Hábas Stellung in der Entwicklung der tschechischen u. europäischen Musik.), Hudební věda. 2 (1965), S. 567-584 u. 701-702.
  • Jiří Vysloužil: Nad dilem Aloise Háby. (Zum Werk A. Hábas), Hudebni rozhledy. 16 (1963), S. 522-524.
  • Robert Siohan: La musique étrangère au XXe siècle, Paris: Presse Universitaire de France, 1984, 128 p., ISBN 978-2130379942
  • Ladislav Šíp: Česká opera a její tvůrci, Praha: Editio Supraphon, 1983, 396 p.
  • Wolfgang Oberkogler: Das Streichquartettschaffen in Wien von 1910 bis 1925, Tutzing: Hans Schneider, 1982. ISBN 978-3795203528
  • Jean-Claude Berton, Norbert Dufourcq, Marcelle Benoit: La Musique tchèque : Ouvrage de technique musicale (Que sais-je), Presses universitaires de France, 1982. 127 p., ISBN 978-2130372646
  • Jeb H. Perry: Variety obits. An index to obituaries in Variety, 1905-1978, Metuchen, N.J.: Scarecrow Press, 1980, 311 p., ISBN 978-0810812895
  • Stanley Sadie: The new Grove dictionary of music and musicians, Vol. 1-20, London: Macmillan, 1980. ISBN 1-56159-174-2
  • Bálint András Varga: Muzsikusportrek, Budapest: Zenemukiado, 1979. 385 p., ISBN 978-9633302989
  • Antoni Poszowski: Elementy modalne w technice dźwiękowej Aloisa Haby. konstrukcja dźwiękowa Koncertu na altówkę i orkiestrę Aloisa Haby – (Die Modaklemente in der Klangtechnik von Alois Haba. Die Klangstruktur des Konzertes fur Viola und Orchester von Alois Haba), Zeszyty Naukowe. Panstwowa Wyzsza Szkola Muzyczna w Gdansku. 17 (1978). S. 5-51.
  • Lennart Reimers: Hába : Burian tva udda tjeckiska komponister., Musikrevy. 32 (1977), S. 82-84.
  • Franz Stieger: Opernlexikon – Teil II: Komponisten. 1, Band A-F, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 371 p., ISBN 3-7952-0203-5
  • Franz Stieger: Opernlexikon – Teil II: Komponisten. 2, Band G-M, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 373-772 p., ISBN 3-7952-0228-0
  • Atiliano Auza León: Música Contemporánea, Bolivia: Tarija, 1976, 71 p.
  • Svaz českých skladatelů a koncertních umělců, Prague: Editio Supraphon, 1975, 291 p.
  • Gösta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundström: Sohlmans musiklexikon – 2. rev. och utvidgade uppl., Stockholm: Sohlman Förlag, 1975-1979, 5 v.
  • Gösta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundström: Sohlmans musiklexikon : nordiskt och allmänt upplagsverk för tonkonst, musikliv och dans, Stockholm: Sohlmans Förlag, (1951-)
  • Index to music necrology : 1973 necrology, Notes (Music Library Association), 1975, p. 768
  • Paul Frank, Burchard Bulling, Florian Noetzel, Helmut Rosner: Kurzgefasstes Tonkünstler Lexikon – Zweiter Teil: Ergänzungen und Erweiterungen seit 1937, 15. Aufl., Wilhelmshaven: Heinrichshofen, Band 1: A-K. 1974. ISBN 3-7959-0083-2; Band 2: L-Z. 1976. ISBN 3-7959-0087-5
  • John Vinton: Dictionary of contemporary music, New York: E.P. Dutton, 1974, 834 p., ISBN 978-0525091257
  • Dusan Pandula: Das Porträt Alois Hába, Melos. 41 (1974), S. 17-20.
  • Storm Bull: Index to biographies of contemporary composers, Vol. II, Metuchen, N.J.: Scarecrow Press, 1974, 567 p., ISBN 0-8108-0734-3
  • Storm Bull: Index to biographies of contemporary composers, New York: Scarecrow Press, 1964, 405 p.
  • Milan Kuna: Torzo vztahu lidskeho a umeleckeho. Korespondence Aloise Háby Václavu Talichovi. (Torso einer menschlichen und künstlerischen Beziehung. Briefe Alois Hábas an Václav Talich), Hudební věda. 8 (1971), S. 94-119.
  • Milos Stedron: Janáček a modernismus tricatych let – Hába, Cowell, Křenek. (Janáček und der Modernismus der 30er Jahre. Alois Hába – Ernst KřenekHenry Cowell), Hudebni rozhledy. 23 (1970), S. 72-76.
  • Marc Honneger: Dictionnaire de la musique, Paris: Bordas, 1970-76
  • George Whitman: Seminal Works of quatertone music, Tempo. 1967, Nr. 80, S. 11-15.
  • Čeněk Gardavský: Skladatelé dneška – Contemporary Czechoslovak composers, Prague: Panton, 1965, 565 p.
  • Zenei lexikon, Budapest: Zenemukiado Vallalat, 1965
  • Československý hudební slovník osob a institucí, Praha: Státní hudební vydavatelství: 1963, 1965
  • Bohdan Pilarski: Alois Hába w kregu swoich wspomnien. (A. Haba in seinen Erinnerungen), Ruch Muzyczny. 2 (1958), Nr. 21, S. 11-14.
  • Jan Matejcek: Tschechische komponisten von Heute, Prague: 1957
  • Joaquín Pena, Higinio Anglés, Miguel Querol Gavalda: Diccionario de la Música LABOR, Barcelona: Editorial Labor, 1954, 2V, 2318P.
  • Alfred Sendrey: Bibliography of Jewish music, New York: Columbia University Press, 1951, 404 p.
  • Leslie Gilbert Pine: Overseas section, in: Who's who in music, First post-war edition (1949-50), London: Shaw Publishing, 1950, 419 p.

Referenties

bewerken
bewerken