Augustin Ollivier
Jean Philippe Augustin Ollivier, ook Ollivier de Marseille, (Marseille, 16 november 1739 – Brussel, 1788) was een neoklassiek beeldhouwer werkzaam in de Oostenrijkse Nederlanden. Na een opleiding aan de academie van zijn geboortestad trok hij in 1764 naar Straatsburg, om in dienst van het groot kapittel aan de kathedraal te werken. In 1769 vestigde hij zich in Brussel en nam François Mangé als leerling in zijn atelier (1773). Van juni 1772 tot 1780 werkte Augustin Ollivier aan het hof van Karel van Lorreinen, onder meer aan het kasteel van Tervuren. Na de dood van Karel brak keizer Jozef II met de erfenis van zijn oom: hij liet het kasteel afbreken en ontsloeg de kunstenaars. Naast vrijstaande beelden in marmer en steen maakte Ollivier ook stucreliëfs.
Met Hendrik van der Noot dong Ollivier om de gunsten van Marie-Thérèse Pinaut. Hij stierf nog voor hij veertig was.
Werk
bewerken- 1764-66: twee engelen en een lezenaar voor de kathedraal van Straatsburg
- 1769: borstbeelden van graaf Cobenzl (nu in de KMSKB, het Broodhuis en Kasteel Predjama)
- Borstbeelden van Karel van Lorreinen (in Tervuren en in de KMSKB)
- 1770-77: Saint Jérôme, voor abdijkerk Bonne-Espérance in Vellereille-les-Brayeux
- Mozes en Marteldood van Jacob, voor Sint-Jacob-op-Koudenberg
- 1770-77: hoofdaltaar met mannaregen, voor de abdij van Heylissem (nu in de Miniemenkerk)[1]
- 1774: Venus met duiven, voor het Warandepark (nu in de KMSKB, kopie van Albert Desenfans in het park)
- 1779-80: Het misoffer, fronton van Sint-Jacob-op-Koudenberg (vernield in 1797)
Externe link
bewerkenLiteratuur
bewerken- Georges Reynaud, "Les Ollivier, peintres et sculpteurs marseillais (XVIIe-XVIIIe siècles)", in: Provence historique, 2007, nr. 229, p. 257-267
- V. Motte, "Een portret van den Prince", in: De Horen, 1988, nr. 1, p. 12-16
- Denis Coekelberghs en Pierre Loze (red.), Om en rond het Neo-Classicisme in België, 1770-1830, tent. cat., Museum Elsene, 1985, p. 65-66 en 398–399
- Liane Ranieri, Brussel: Stille getuigen, 1979
- François Pariset, "Le sculpteur Ollivier", in: Gazette des beaux-arts, vol. 14, 1926, nr. 770, p. 231-236
- Marguerite Devigne, "Augustin Ollivier, dit Ollivier de Marseille sculpteur de Charles de Lorraine", in: Gazette des beaux-arts, vol. 2, 1920, nr. 708, p. 95-116
- ↑ Het bas-reliëf leverde Ollivier op in 1771, het hoofdaltaar werkte hij af in 1777 nadat Anrion was overleden.