Ferdinand van Beieren
Ferdinand van Beieren (München, 6 oktober 1577 - Arnsberg, 13 september 1650) was bisschop van verschillende vorstendommen.
Ferdinand van Beieren | ||
---|---|---|
1577-1650 | ||
Prins-bisschop van Luik | ||
Periode | 1612-1650 | |
Voorganger | Ernst van Beieren | |
Opvolger | Maximiliaan Hendrik van Beieren | |
Vader | Willem V van Beieren | |
Moeder | Renata van Lotharingen |
Hij was een zoon van hertog Willem V van Beieren en Renata van Lotharingen, en een neef van zijn voorganger Ernst van Beieren. Zijn voornaamste ambt was dat van keurvorst en bisschop van Keulen (1612-1650). Daarnaast cumuleerde hij de bisdommen van Luik, Munster, Paderborn en Hildesheim en was ook nog prins-abt van het abdijvorstendom Stavelot-Malmedy. Zoals zijn voorgangers, had hij geen wijdingen ontvangen.
Ferdinand van Beieren was een centrale figuur in de contrareformatie in de door hem beheerde gebieden. Na het uitbreken van de Dertigjarige Oorlog in 1618 sloot hij zich aan bij de Katholieke Liga. Hij staat ook bekend om de heksenprocessen in de streek van Keulen.
In 1619 schonk hij de heerlijkheid Opoeteren in pand aan Michel de Selys, burgemeester van Luik. Het wapenschild van Ferdinand is terug te vinden op de enige nog overgebleven toren van het Bethaniakasteel in Hoeselt.