Johannes van Maurik
Johannes (Jan) van Maurik (Amsterdam 17 juni 1812 - Amsterdam 12 april 1893) was een Nederlandse architect van hervormde huize.
Van Maurik was de zoon van de koopman Justus van Maurik (1781-?) en Jeannetta Catharina de Haas (1780-1852), en een oom van de bekende schrijver Justus van Maurik jr.. Hij bleef zelf ongehuwd.
Start in Amsterdam
bewerkenHij werd opgeleid aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Amsterdam, waar hij in 1835 de tweede prijs won met een ontwerp voor een bibliotheek[1].
Al tijdens zijn studie was hij in Amsterdam als timmerman in stadsdienst werkzaam. In 1828 fungeerde hij reeds als tot opzichter bij de bouw van het Oosterdok en Westerdok, om in 1830 op slechts achttienjarige leeftijd (!) met de verantwoordelijkheid voor de IJ- en Havenwerken te worden belast en in 1836 tot assistent-directeur van Stadswerken te promoveren[2].
Stadsarchitect van Utrecht
bewerkenIn de zomer van 1838 solliciteerde hij met succes naar de post van stadsbouwmeester van Utrecht, als opvolger van Johannes van Embden[3].
In die functie was hij verantwoordelijk voor het herstel van de Domtoren na de najaarsstorm van 29 november 1836[4] en ontwierp hij in neoclassicistische stijl het nieuwe Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen (1844-1846) aan de Mariaplaats[5]. Tevens ontwierp hij de feestdecoraties ter gelegenheid van het bezoek van koning Willem II aan de stad op 18 mei 1841.
Bij de oprichting in 1842 van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst werd Van Maurik meteen lid. In 1844 schreef hij in het huisorgaan, de Bouwkundige Bijdragen, een opstel over de twee jaar eerder begonnen voltooiing van de Dom van Keulen[6].
Verdere loopbaan in Amsterdam
bewerkenIn 1845 keerde Van Maurik terug naar Amsterdam om daar directeur van Stadswaterwerken te worden, wat hij tot zijn ontslag in 1856 bleef[7]. Hij schreef toen ook een uitgebreide verhandeling over de stads waterwerken.[8]
Naar zijn ontwerp verrees tussen 1850 en 1855 het neoclassicistische hoofdgebouw van Artis aan de Plantage Middenlaan[9]. In 1858 bouwde hij de sociëteit Concordia aan de Nieuwezijds Voorburgwal (no.325-335, in 1900-1901 sterk verbouwd als kantoor annex drukkerij van het Nieuwsblad voor Nederland).
In 1857 deed hij mee aan een prijsvraag van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst voor een essay over de vereisten van een ambachtsschool[10]. Het naar zijn ontwerp gebouwde Koning-Willemshuis in de Amsterdamse Egelantiersstraat (1863-'64)[11] werd eveneens in de Bouwkundige Bijdragen gepubliceerd[12].
Galerij
bewerken-
Ontwerp van Johannes van Maurik voor een erepoort bij het bezoek van Willem II aan Utrecht op 18 mei 1841
-
Ontwerp van Johannes van Maurik voor een erepoort bij het bezoek van Willem II aan Utrecht op 18 mei 1841
-
Ontwerp van Johannes van Maurik voor een erepoort bij het bezoek van Willem II aan Utrecht op 18 mei 1841.
-
Ontwerp van Johannes van Maurik voor de stoel van Willem II bij het diner in Utrecht op 18 mei 1841
-
Plattegrond met de tafelschikking van het diner in de hal van het stadhuis aangeboden aan koning Willem II tijdens zijn bezoek aan Utrecht op 18 mei 1841
-
Ontwerp van Johannes van Maurik voor de Maartensbrug in Utrecht uit 1841
-
Maquette voor het Gebouw van Kunsten en Wetenschappen in Utrecht uit 1844. Collectie Centraal Museum in Utrecht
- T.H.von der Dunk, "Een nieuwe stadsbouwmeester voor Utrecht in 1838. De opvolging van Johannes van Embden (1767-1846) door Johannes van Maurik (1812-1893)", Jaarboek Oud-Utrecht, 2006, p.185-187, 197.
- I.Jager, Hoofdstad in gebreke. Manoeuvreren met publieke werken in Amsterdam 1851-1901 (Rotterdam 2002).
- Noten
- ↑ Zie von der Dunk 2006, p.185-186.
- ↑ Voor het begin van zijn loopbaan: Jager 2002, p.115.
- ↑ Zie Von der Dunk 2006, p.187-188.
- ↑ G.W.van Heukelum, "De Domtoren te Utrecht en zijne herstellingswerken", Jaarboekje van Oud-Utrecht, 1927, p.40-42.
- ↑ Daarover uitvoerig: R.Tieskens, "Het gebouw van Kunsten en Wetenschappen, 1839-1846", Jaarboek Oud-Utrecht, 1980, p.149-164; C.Weijs, "Voor al de ingezetenen der stad. Het gebouw van Kunsten en Wetenschappen te Utrecht (1847-1890)", Jaarboek Oud-Utrecht, 1995, p.139-162 (m.n. p.146-149). Voor een bewaard gebleven maquette van een niet uitgevoerd ontwerp van Van Maurik: R.Tieskens, "Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht", in: dez., D.P.Snoep en G.W.C.van Wezel (red.), Het Kleine Bouwen. Vier eeuwen maquettes in Nederland, tent.cat. Utrecht (Zutphen 1983), p.139-141.
- ↑ J.van Maurik, "De voltooijing der Dom-kerk te Keulen", Bouwkundige Bijdragen, 2 (1844), p.21-26.
- ↑ Voor zijn verdere loopbaan in Amsterdam Jager 2002; alsmede P.P.de Baar, "De jacht op drinkbaar grondwater. Drinkwaterputten in 19de-eeuws Amsterdam", Ons Amsterdam, 46 (1994), p.3.
- ↑ Van Maurik, J. (1850). Rapport over de onderscheidene middelen, waardoor men de stad Amsterdam van versch drinkwater kan voorzien. Tijdschrift van het KIvI 1850/51 deel 6
- ↑ Zie K.van Geemert e.a., Wandelen door Artis. Natura Artis Magistra (Baarn 2001), p.140-141.
- ↑ Zie N.B.Goudswaard, Vijfenzestig jaren nijverheidsonderwijs (Assen 1981), p.66, 69-71.
- ↑ Over het Willemshuis: J.A.Groen jr., "1864 honderd jaar Koning Willemshuis 1964", Ons Amsterdam, 16 (1964), p.278-284; P.P.de Baar, "Hoop der Toekomst is verleden tijd. Het Koning Willemshuis is ter ziele", Ons Amsterdam, 41 (1989), p.292-296.
- ↑ Zie "Rapport aan het bestuur der Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, ingediend door de commissie, benoemd in zake der Internationale Tentoonstelling in voorwerpen voor de huishouding en het bedrijf van den handwerksman, welke tentoonstelling is gehouden in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, van den 15den Juli tot den 4den October 1869", Bouwkundige Bijdragen, 20 (1873), kol.143-146, met plaat 21 (fig.341-346).