Kabinet-Ruijs de Beerenbrouck I
Dit artikel geeft een overzicht van alle ministers die actief waren tijdens de regeerperiode van het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck I.
Kabinet-Ruijs de Beerenbrouck I | ||||
---|---|---|---|---|
Ministerraad 1918. V.l.n.r. Idenburg, König, Aalberse, Ruijs de Beerenbrouck, Van Karnebeek, Van IJsselstein, Heemskerk, De Visser (half zichtbaar), Alting von Geusau en De Vries. Naudin ten Cate is verscholen.
| ||||
Coalitie | RKSP, ARP, CHU | |||
Zeteltal TK | 30 + 13 + 7 = 50 | |||
Premier | Charles Ruijs de Beerenbrouck | |||
Beëdiging | 9 september 1918 | |||
Demissionair | 18 juli 1922 | |||
Ontslagdatum | 18 september 1922 | |||
Voorganger | Cort van der Linden | |||
Opvolger | Ruijs de Beerenbrouck II | |||
Formatie | 1918 | |||
Zetels in de Tweede Kamer
| ||||
Overzicht kabinetten | ||||
|
Kabinetsformatie
bewerkenHet kabinet-Ruijs I volgde op de eerste verkiezingen die volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging met algemeen kiesrecht voor mannen waren gehouden op 3 juli 1918. Niet langer bestond de Tweede Kamer uit twee blokken; ook kleinere ongebonden partijen hadden hun intrede gedaan, zoals de SGP, de "Neutrale Partij" van de artiest Henri ter Hall en de communist David Wijnkoop
Winnaar was de katholieke RKSP, die onder het districtenstelsel altijd de zetels van Limburg, Brabant en Zeeuws-Vlaanderen had bezet, maar onder het nieuwe stelsel ook een factor in het noorden was geworden. Haar leider Willem Hubert Nolens was als priester niet aanvaardbaar voor het ministerschap en was daarom aanvankelijk niet beschikbaar als formateur. De koningin had een voorkeur voor Shell-directeur Hendrikus Colijn, maar de RKSP wilde geen "petroleumkabinet". Uiteindelijk vormde Nolens een confessionele coalitie met de gouverneur van Limburg Ruijs de Beerenbrouck als minister-president.
Regeringsperiode
bewerkenKort na zijn aantreden moest het kabinet het hoofd bieden aan een greep naar de macht door de sociaaldemocratische leider Pieter Jelles Troelstra. De sociale agenda van de regering werd daarna versneld uitgevoerd: verkorting van de werkweek en invoering van een Invaliditeitswet en een Ziektewet.
Ruijs I kreeg de erfenis van de Eerste Wereldoorlog: schaarste en economisch verval, spanningen met de geallieerden na het politiek asiel voor de Duitse ex-keizer Wilhelm II en pogingen van België om Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen te annexeren. Vanaf 1921 ten slotte trad internationaal een economische recessie op, wat ook in Nederland werd gevoeld.
Ambtsbekleders
bewerkenAmbtsbekleders | Ministers / Ministerie | Termijn | Partij | |||
---|---|---|---|---|---|---|
jhr.mr. Ch.J.M. (Charles) Ruijs de Beerenbrouck (1873–1936) |
Voorzitter | 9 september 1918 – 4 augustus 1925 |
RKSP | |||
Minister | Binnenlandse Zaken | |||||
jhr.mr.dr. H.A. (Herman) van Karnebeek (1874–1942) |
Minister | Buitenlandse Zaken | 9 september 1918 – 1 april 1927 |
O (Oud- Liberaal) | ||
mr. S. (Simon) de Vries Czn. (1869–1961) |
Minister | Financiën | 9 september 1918 – 28 juli 1921 (afgetreden) |
ARP | ||
jhr.mr. D.J. (Dirk Jan) de Geer (1870–1960) |
28 juli 1921 – 11 augustus 1923 |
CHU | ||||
mr. T. (Theo) Heemskerk (1852–1932) |
Minister | Justitie | 9 september 1918 – 4 augustus 1925 |
ARP | ||
ir. H.A. (Hendrik) van IJsselsteyn (1860–1941) |
Minister | Landbouw, Nijverheid en Handel |
9 september 1918 – 13 september 1922 (afgetreden) |
O (Christelijk- Historisch) | ||
jhr.mr. Ch.J.M. (Charles) Ruijs de Beerenbrouck (1873–1936) |
13 september 1922 – 1 januari 1923 (waarnemend) |
RKSP | ||||
jhr. G.A.A. Alting von Geusau (1864–1937) |
Minister | Oorlog | 9 september 1918 – 5 januari 1920 (afgetreden) | |||
jhr.mr. Ch.J.M. (Charles) Ruijs de Beerenbrouck (1873–1936) |
5 januari 1920 – 31 maart 1920 (waarnemend) | |||||
luitenant-generaal W.F. (Willem Frederik) Pop (1858–1931) |
31 maart 1920 – 28 juli 1921 (afgetreden) |
O | ||||
J.J.C. van Dijk (1871–1954) |
28 juli 1921 – 4 augustus 1925 |
ARP | ||||
jhr. G.A.A. Alting von Geusau (1864–1937) |
Minister | Marine | 9 september 1918 – 16 september 1918 (waarnemend) |
RKSP | ||
viceadmiraal W. (Willem) Naudin ten Cate (1860–1942) |
16 september 1918 – 19 februari 1919 (afgetreden) |
O (Christelijk- Historisch) | ||||
jhr.mr. Ch.J.M. (Charles) Ruijs de Beerenbrouck (1873–1936) |
19 februari 1919 – 19 april 1919 (waarnemend) |
RKSP | ||||
mr. H. (Hendrik) Bijleveld (1885–1954) |
19 april 1919 – 5 januari 1920 (afgetreden) |
ARP | ||||
ir. H.A. (Hendrik) van IJsselsteyn (1860–1941) |
5 januari 1920 – 31 maart 1920 (waarnemend) |
O (Christelijk- Historisch) | ||||
luitenant-generaal W.F. (Willem Frederik) Pop (1858–1931) |
31 maart 1920 – 28 juli 1921 (afgetreden) |
O | ||||
J.J.C. van Dijk (1871–1954) |
28 juli 1921 – 4 augustus 1925 |
ARP | ||||
mr. P.J.M. (Piet) Aalberse (1871–1948) |
Minister | Arbeid | 25 september 1918 – 1 januari 1923 |
RKSP | ||
dr. J.T. (Johannes Theodoor) de Visser (1857–1932) |
Minister | Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen |
25 september 1918 – 4 augustus 1925 |
CHU | ||
ir. A.A.H.W. König (1867–1944) |
Minister | Waterstaat | 9 september 1918 – 18 september 1922 |
RKSP | ||
A.W.F. Idenburg (1861–1935) |
Minister | Koloniën | 9 september 1918 – 13 augustus 1919 (afgetreden) |
ARP | ||
jhr.mr. Ch.J.M. (Charles) Ruijs de Beerenbrouck (1873–1936) |
13 augustus 1919 – 13 november 1919 (waarnemend) |
RKSP | ||||
S. (Simon) de Graaff (1861–1953) |
13 november 1919 – 4 augustus 1925 |
O (Conservatief– Protestants) | ||||
Bron: Kabinet-Ruijs de Beerenbrouck I Parlement & Politiek |