Podzolgronden
Podzolgronden zijn volgens de Nederlandse bodemclassificatie minerale gronden met een duidelijke podzol-B-horizont en een A-horizont dunner dan 50 cm. Door de eis van een duidelijke podzol-B worden podzolen met een zwak ontwikkelde B-horizont niet tot de podzolgronden gerekend. Ook is er een groep bodems die door eeuwenlange plaggenbemesting een A-horizont dikker dan 50 cm heeft verkregen. Deze worden ook niet tot de podzolgronden, maar tot de eerdgronden gerekend: meestal zijn het bruine of zwarte enkeerdgronden. Podzolen die na de bodemvorming zijn overstoven of overslibd, met veen overgroeid, of met een dunne veenlaag én een dun klei- of zanddek zijn bedekt, worden alleen tot deze groep gerekend als deze bovengrond dunner dan 40 cm is.
Onderverdeling
bewerkenDe podzolgronden worden op basis van kenmerken van de podzol B-horizont, de humusvorm en het voorkomen van hydromorfe kenmerken onderverdeeld in drie suborden:
- Moderpodzolgronden - deze zijn niet humusrijk; de humus komt vooral voor in de vorm van moder en er is duidelijke aanrijking met ijzer in de B-horizont (moderpodzol-B)
- Hydropodzolgronden - humuspodzolgronden met hydromorfe kenmerken; deze hebben een humusrijke B-horizont (humuspodzol-B) en hoog in het profiel kenmerken die erop wijzen dat ze in het verleden permanent of periodiek met water verzadigd waren
- Xeropodzolgronden - humuspodzolgronden zonder hydromorfe kenmerken; deze hebben een humuspodzol-B en lage grondwaterstanden.
Gebaseerd op kenmerken als de aanwezigheid van moerig materiaal in de bovengrond, een eerdlaag, een zand-, zavel- of kleidek, lutumverplaatsing of moedermateriaal worden de drie suborden in de volgende groepen en subgroepen onderverdeeld:
- Moderpodzolgronden
- Moderpodzolgronden
- Holtpodzolgronden - de standaard moderpodzol
- Holtpodzolgronden met een zanddek
- Loopodzolgronden - een moderpodzol met een, door de mens opgebrachte, donkere bovengrond (plaggenbemesting)
- Hoekpodzolgronden - een moderpodzol met een door inspoeling van lutum ontstane briklaag in de ondergrond
- Horstpodzolgronden - een moderpodzol met in de ondergrond een aantal met lutum en ijzer verrijkte zwaardere lagen (banden-B)
- Moderpodzolgronden
- Hydropodzolgronden
- Moerige podzolgronden
- Moerpodzolgronden - laaggelegen humuspodzol met een moerige bovengrond
- Moerpodzolgronden met een zavel- of kleidek - een moerpodzol met een dek van zee- of rivierklei
- Moerpodzolgronden met een zanddek - een moerpodzol met een dun zanddek (in stuifzandgebieden of een opgebracht veenkoloniaal dek)
- Dampodzolgronden - een moerpodzolgrond met een minerale eerdlaag
- Gewone Hydropodzolgronden
- Veldpodzolgronden - de standaard humuspodzol met hydromorfe kenmerken
- Veldpodzolgronden met een zavel- of kleidek
- Veldpodzolgronden met een zanddek
- Laarpodzolgronden - een hydropodzol met een door de mens opgebrachte donkere bovengrond (plaggendek)
- Moerige podzolgronden
- Xeropodzolgronden
- Xeropodzolgronden
- Haarpodzolgronden - de standaard humuspodzol met lage grondwaterstanden
- Haarpodzolgronden met een zanddek
- Kamppodzolgronden - een humuspodzol met een door de mens opgebrachte donkere bovengrond (plaggendek)
- Heuvelpodzolgronden - een humuspodzol met een banden-B in de ondergrond
- Xeropodzolgronden
De humuspodzolgronden heten in de internationale FAO/UNESCO classificatie Podzols en in de Amerikaanse classificatie (Soil Taxonomy) Spodosols. Moderpodzolgronden worden in diverse classificatiesystemen niet als een echte podzol gezien. In Duitsland spreekt men van een Podsol-Braunerde en in Engeland van een brown podzolic soil.
Afbeeldingen
bewerken- Bakker, H. de en J. Schelling, 1989 - 2e gew. druk bewerkt door J. Brus en C. van Wallenburg. Systeem voor de bodemclassificatie voor Nederland, de hogere niveaus. Pudoc, Wageningen. [1]
- Locher, W.P. en H. de Bakker. 1990. Bodemkunde van Nederland, deel 2 Bodemgeografie, Malmberg, Den Bosch.