Resolutie 700 Veiligheidsraad Verenigde Naties

resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

Resolutie 700 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem aangenomen op 17 juni 1991.

Resolutie 700
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 17 juni 1991
Nr. vergadering 2994
Code S/RES/700
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Sancties tegen Irak
Beslissing Goedkeuring richtlijnen voor het wapenembargo tegen Irak.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1991
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Oostenrijk Oostenrijk · Vlag van België België · Vlag van Ivoorkust Ivoorkust · Vlag van Cuba Cuba · Vlag van Ecuador (1900-2009) Ecuador · Vlag van India India · Vlag van Roemenië Roemenië · Vlag van Jemen Jemen · Vlag van Zaïre Zaïre · Vlag van Zimbabwe Zimbabwe
Iraakse luchtdoelraketten van Sovjet-makelij.
Iraakse luchtdoelraketten van Sovjet-makelij.

Achtergrond

bewerken
  Zie Golfoorlog (1990-1991) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 2 augustus 1990 viel Irak zijn zuiderbuur Koeweit binnen en bezette dat land. Nog diezelfde dag werd de inval door de VN-Veiligheidsraad veroordeeld in resolutie 660. Deze resolutie eiste ook een onmiddellijke terugtrekking van Irak, maar daar kwam niets van terecht.

Met resolutie 678 stelde de Veiligheidsraad Irak een ultimatum om voor 15 januari 1991 aan de voorgaande resoluties te voldoen. Irak gaf hier geen gehoor aan, en de dag na het verstrijken van het ultimatum begon een coalitie van 34 landen onder leiding van de Verenigde Staten operatie Desert Storm met grootschalige luchtbombardementen gevolgd door een grondoffensief, operatie Desert Sabre. Tegen 27 februari was de strijd beslecht en op die dag aanvaardde Irak de VN-resoluties.

De Veiligheidsraad:

  1. waardeert het rapport;
  2. keurt de richtlijnen voor de uitvoering van de paragrafen °24 van resolutie 687 goed;[1], °25[2] en °26[3]
  3. herhaalt zijn oproep aan alle landen en internationale organisaties om die richtlijnen te volgen;
  4. vraagt alle landen om binnen de 45 dagen te rapporteren welke maatregelen ze namen om te voldoen aan paragraaf °24 van resolutie 687;[1]
  5. draagt het Comité dat is opgericht met resolutie 661 op om toe te zien op het verbod om aan Irak wapens te leveren;
  6. besluit om op de hoogte te blijven en de richtlijnen samen met de paragrafen °22 tot °25 van resolutie 687 te zullen herzien.

Verwante resoluties

bewerken