christen
- Geluid: christen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkrɪstə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈkrɪs.tən/, /ˈχrɪs.tən/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈkrɪs.tən/
- chris·ten
- eponiem, via Middelnederlands cristen en Oudnederlands kristin van Latijn christianus, dat verwijst naar Christus, in de betekenis van ‘belijder van de christelijke godsdienst’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1200 [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | christen | christenen |
verkleinwoord | christentje | christentjes |
de christen m
- (religie) belijder van de christelijke godsdienst
- De naam christen was oorspronkelijk een spotnaam. [4]
- Paus Franciscus heeft zich in de Amerikaanse verkiezingsstrijd gemengd. De paus suggereerde na een bezoek aan Mexico dat de Republikein Donald Trump geen christen is. “Iemand die alleen aan muren bouwen denkt, waar dan ook, en niet aan het bouwen van bruggen, is geen christen”, zei de paus.[5]
- Volgens de Twentse pastoor onderscheidt de christelijke gemeenschap op Sri Lanka zich door hun sterk verzoenende houding jegens andere religies. „Ze vormen slechts een kleine minderheid, - zo’n zeven procent van de bevolking- maar zijn zeer verdraagzaam. Zo heb ik het meegemaakt dat tijdens een misviering de buren van het boeddhistische gebedshuis opzettelijk lawaai begonnen te maken om het geluid van biddende christenen te overstemmen. Ik heb bewondering voor hun lankmoedigheid.” [6]
- kristen (van 1955 tot 1996 toegelaten variant in de officiële spelling)
|
- Hoe dichter bij de Paus ( of bij Rome), hoe slechter christen
Stoett-1787 [7]
1. een belijder van de christelijke godsdienst
- Het woord christen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "christen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[8] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ christen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "christen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Guus Valk NRC 18 februari 2016
- ↑ Tubantia Herman Haverkate 21-04-19 Twentse pastoor Marc Oortman leeft mee met zijn vrienden op Sri Lanka
- ↑ www.dbnl.org
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to christen |
he/she/it | christens |
verleden tijd | christened |
voltooid deelwoord |
christened |
onvoltooid deelwoord |
christening |
gebiedende wijs | christen |
christen