• over·groot·va·der
  • In de betekenis van ‘vader van iemands grootvader of grootmoeder’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
  • samenstelling van  over  en  grootvader 
enkelvoud meervoud
naamwoord overgrootvader overgrootvaders
verkleinwoord overgrootvadertje overgrootvadertjes

de overgrootvaderm

  1. (familie) een vader van een grootouder
     Henny Huisman kwam er via verslaggevers van Shownieuws achter dat hij overgrootvader werd. Dat vertellen zijn kleindochter Emma (19, links op de foto) en haar vriend Maurits zondag in een YouTube-video.[2]