• rechts·his·to·risch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen rechtshistorisch rechtshistorischer
verbogen rechtshistorische rechtshistorischere
partitief rechtshistorisch rechtshistorischers -

rechtshistorisch [1]

  1. betrekking hebbend op de geschiedenis van de wetgeving en rechtsspraak
     Het kantongerecht van Glarus is het met de eigenaar eens dat de moord nu wel genoeg is gewroken. Niet alleen moet de kerk de lampenolie voortaan zelf betalen, er komen nog enkele duizenden euro's gerechtskosten bij. De rechtbank zegt flinke kosten te hebben gemaakt met "rechtshistorisch onderzoek".[2]
     ‘Moet een ondergeschikte zwijgen?’ vraagt Phijffer zich af in zijn hierboven geciteerde boek over Multatuli ‘in rechtshistorisch perspectief’. De vraag lijkt eerder of een ambtenaar mag zwijgen.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Moord uit 1357 genoeg gewroken” (Dinsdag 8 januari 2013), NOS
  3.   Weblink bron “Knevelarij door de belastingdienst: wat dat betekent lees je in Max Havelaar” (28 mei 2020), de Volkskrant