vijfhonderdachtenveertig

       
0 5 4 8
vijfhonderdachtenveertig,
op een abacus
  • vijf·hon·derd·acht·en·veer·tig

vijfhonderdachtenveertig

  1. "548", het getal tussen vijfhonderdzevenenveertig en vijfhonderdnegenenveertig, vijfhonderd plus achtenveertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vijfhonderdachtenveertig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vijfhonderdachtenveertig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vijfhonderdachtenveertig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord vijfhonderdachtenveertig vijfhonderdachtenveertigs
verkleinwoord vijfhonderdachtenveertigje vijfhonderdachtenveertigjes

de vijfhonderdachtenveertigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 548 is aangeduid
    • Als jij vijfhonderdachtenveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de vijfhonderdachtenveertigmv

  1. groep van 548 eenheden
    • Die vijfhonderdachtenveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.