kamperen
Vertalingen
kamperen
kampieren, zeltencamp, beencamped, campout, lieencampedcamper, faire du campingacampamento, acamparcampeggiare, accamparsiيُخَيِّمُkempovatslå lejrκατασκηνώνωacampar, campingleiriytyäkampiratiキャンプする야영하다campeobozowaćразбивать лагерьtältaไปค่ายkamp yapmakcắm trại扎营, 露营Къмпинг露營 (kɑmˈperə(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd kampeerde , voltooid deelwoord heeft gekampeerd
buiten leven en in een tent of caravan slapen, vooral in de vakantie
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Collins Multilingual Translator © HarperCollins Publishers 2009