zuur

Vertalingen

zuur

(zyr)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud zuren
chemische stof azijnzuur zoutzuur

zuur

sauer, Säure, brummig, herb, Pyrosis, Sodbrennen, unwirschacid, sour, heartburn, tart, acetous, brutal, gruff, harsh, rough, surly, unkind, unpleasantacide, aigre, pénible, laborieux, maussade, renfrogné, sur, aigreur, aigreurs, de manière acide, d'un air renfrogné, dur, durement, aigri, bougon, grognon, hargneux, quinteux, revêcheácido, agriobruciare di stòmaco, acido, agroحَامِض, حَمْضkyselina, kyselýsur, syreξινός, οξύhapan, happokiselina, kiseo酸, 酸っぱい산, 신sur, syrekwas, kwaśnyácido, azedoкислота, кислыйsur, syraกรด, มีรสเปรี้ยวasit, ekşiaxit, chua, 酸的киселинаחומצה (zyr)
bijvoeglijk naamwoord
1. zoet met een karakteristieke smaak, zoals van een citroen zure uitjes
2. onaangenaam zure grappen iemand het leven zuur maken
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.