Wat is mijn haartype?
Weten welk haartype je hebt is belangrijk om een goed werkende haarverzorgingsroutine te kunnen bedenken. Als je weet hoe dik en stug je haar is, en of het steil is of golven of krullen heeft, kun je bepalen hoe je voor je haar moet zorgen en welke producten je het beste kunt gebruiken.
Ben je er klaar voor om je haar beter te leren kennen? Hieronder zie je een aantal uitspraken die met haar te maken hebben en je hoeft alleen maar te zeggen welke van die uitspraken op jou van toepassing zijn (onthoud dat dit misschien maar een paar zijn). Als je het niet zeker weet, volg dan je gevoel!

Overzicht van vragen
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
- Mee eens
- Mee oneens
Meer tests
Een overzicht van de verschillende haartypen
Er zijn vier hoofdtypen wat haar betreft: steil haar (type 1), golvend haar (type 2), krullend haar (type 3) en kroeshaar (type 4). Ieder type is weer onderverdeeld in enkele subtypen (1A, 1B, etc.) op basis van het patroon van het haar, de stugheid en hoe strak of los de golven of krullen zijn.
Type 1: steil haar
Haartype 1 is voornamelijk steil, en is daarom erg sluik en glanzend. Dit haartype heeft geen krullen en golven, en het natuurlijke vet beweegt zich dus van de hoofdhuid naar de haarpunten toe – waardoor alle plukken haar genoeg voedingsstoffen krijgen, maar het haar ook sneller vet wordt dan bij andere haartypen. Haar van dit type lijkt ook het snelst te groeien, maar in werkelijkheid is het zo dat het haar niet krimpt (krullend haar lijkt vaak te ‘krimpen’ terwijl het eigenlijk gewoon krult). Steil haar is moeilijker in model te brengen omdat krullen en andere texturen er niet goed in blijven zitten.
Haartype 1 heeft de volgende subtypen:
- 1A: volledig steil haar dat fijn, piekerig en erg sluik is.
- 1B: volledig steil haar met een beetje volume en dikte.
- 1C: voornamelijk steil haar met een beetje slag of golven.
Haarverzorgingstips voor dit haartype:
- Gebruik een haarborstel met natuurlijke borstelharen zodat je de natuurlijke vetten op de hoofdhuid naar de haarpunten kunt borstelen.
- Gebruik shampoo en haarmaskers om te voorkomen dat je haar te vet wordt.
- Gebruik een textuurspray of droogshampoo voordat je je haar in model brengt, en gebruik haarlak zodat je haar in model blijft.
Type 2: golvend haar
Haartype 2 is golvend, en heeft meer slag en golven dan haartype 1, maar niet zoveel krullen als haartypes 3 en 4 (wat betekent dat het ergens tussen steil en krullend in zit). Haartype 2 heeft meestal S-vormige patronen, waarbij de golven en krullen steeds duidelijker worden naar de haarpunten toe. Dit haar wordt snel pluizig, vooral bij een hoge luchtvochtigheid, en kan er afhankelijk van het weer anders uitzien. Haartype 2 is over het algemeen dikker dan haartype 1, en heeft meer veerkracht en volume.
Haartype 2 heeft de volgende subtypen:
- 2A: warrige, losse golven die minder gedefinieerd zijn en gemakkelijk in model te brengen zijn.
- 2B: duidelijke S-vormige golven die naar de haarpunten toe sterker krullen.
- 2C: volumineuze, goed gedefinieerde S-vormige golven die snel pluizig worden.
Haarverzorgingstips voor dit haartype:
- Knijp je haar droog met een zacht T-shirt of een speciale haarhanddoek in plaats van het droog te wrijven.
- Gebruik een hydraterende shampoo of haarmasker om pluizig haar tegen te gaan.
- Raak je haar niet aan om te voorkomen dat het pluizig wordt.
- Gebruik lichtere haarverzorgingsproducten als mousse om te voorkomen dat je haar zwaar en slap wordt.
Type 3: krullend haar
Haartype 3 heeft dikkere krullen met meer volume dan haartypen 1 en 2. Het grootste deel van het haar is gekruld, al kunnen sommige plukken ook een S-vorm hebben. Haartype 3 heeft van zichzelf veel definitie en glanst een beetje. Het ligt meestal plat op het hoofd wanneer het nat is en krult wanneer het opdroogt. Het haar wordt ook sneller droog dan haartypen 1 en 2 omdat de natuurlijke vetten op de hoofdhuid minder goed bij het haar naar beneden kunnen bewegen, breekt sneller af en is gevoeliger voor warmte. Haartype 3 heeft dus vooral vocht nodig om gezond te blijven.
Haartype 3 heeft de volgende subtypen:
- 3A: losse, springerige krullen die ongeveer zo dik zijn als stoepkrijt.
- 3B: strakke, volle krullen die ongeveer zo dik zijn als een markeerstift.
- 3C: volle, volumineuze krullen die de vorm van een kurkentrekker hebben en ongeveer zo dik zijn als een potlood.
Haarverzorgingstips voor dit haartype:
- Probeer je haar niet al te vaak in model te brengen met warme hulpmiddelen, want je krullen kunnen erdoor beschadigd raken.
- Overweeg om je haar zonder warme hulpmiddelen in model te brengen of te kiezen voor een beschermend kapsel als een knotje of twist-outs.
- Gebruik dagelijks veel hydraterende haarverzorgingsproducten die pluizen tegengaan.
- Ontwar je haar terwijl het nog nat is om pluizen te voorkomen en te zorgen dat je krullen meer definitie hebben.
Type 4: kroeshaar
Kroeshaar heeft de strakste krullen van alle haartypen. Het heeft veel textuur (strakke krullen, zigzagpatronen, etc.) en is erg vol, wat betekent dat het erg veelzijdig is en je kunt kiezen voor een hoop verschillende kapsels en stijlen. Het haar heeft echter veel vocht nodig om gezond te blijven en raakt snel in de war omdat alle plukken zoveel textuur hebben. Kroeshaar raakt ook snel beschadigd omdat de natuurlijke vetten net als bij haartype 3 niet zo gemakkelijk van de hoofdhuid bij het haar naar beneden kunnen bewegen. Daarom moet je goed voor haartype 4 zorgen en het voeden, en het niet te vaak wassen.
Haartype 4 heeft de volgende subtypen:
- 4A: duidelijke S-vormige krullen ongeveer zo dik als een eetstokje.
- 4B: strakke Z-vormige krullen met minder definitie dan haartype 4A.
- 4C: scherpe, erg kleine Z-vormige plukken met weinig definitie.
Haarverzorgingstips voor dit haartype:
- Hydrateer je haar vaak om te voorkomen dat het droog wordt.
- Maak twists of vlechten in je haar zodat het niet in je gezicht hangt.
- Probeer een beschermende stijl als crochet braids of box braids als je haartype 4B of 4C hebt.
- Breng dagelijks een lichte leave-in-conditioner aan om te zorgen dat je haar tussen de wasbeurten door goed gehydrateerd blijft.
Tip van een deskundige: wanneer je bepaalt wat je haartype is kun je ook kijken naar hoeveel haar je hebt, hoe goed je haar vocht vasthoudt en of je haar fijn, gemiddeld of stug is. Onthoud dat het volkomen normaal is om een combinatie van verschillende haartypen en -patronen te hebben.
Wil je hier meer over weten?
Bekijk de volgende bronnen eens voor meer informatie over haartypen en -texturen: