Frederik Willem Floris Theodorus van Pallandt: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud

In de regel

Versie van 9 feb 2009 13:17

Mr. Frederik Willem Floris Theodorus baron van Pallandt van Keppel, (Zutphen, 21 september 1772 – 's-Gravenhage, 14 februari 1853) was een Nederlands politicus.

Hij werd op 21 januari 1813 'baron de l'Empire', en verkreeg het adellijke predicaat van 'jonkheer' op 28 augustus 1814, waarna hij op 11 juni 1818 verheven werd tot 'baron'.

Hij studeerde Romeins en hedendaags recht aan de Hogeschool te Leiden en promoveerde op 16 augustus 1793 op 255 stellingen.

Sloot in 1800 een huwelijk met Jkvr. A.J.W. van Aylva van Waardenburg (overleden 11 september 1814). Op 28 september 1825 werd een tweede huwelijk aangegaan met M.C. barones van Boetzelaer. Hij had 5 kinderen.

Werd in 1789 advocaat te Arnhem. Was burgemeester van Doetinchem en vervulde een aantal ambten waaronder die van directeur-generaal van het departement van Eredienst (1818 - 1828).

Zijn politieke leven kreeg gestalte in het lidmaatschap van de 'Vergadering van Notabelen' voor het departement van de Boven-IJssel (vanaf 29 maart 1814) en hij werd op 20 mei 1828 minister op het departement van Hervormde en andere Erediensten, die der Rooms-Katholieke uitgezonderd (tot 1 maart 1841). In 1830 was gedurende twee maanden nog waarnemend minister op het departement van Justitie.

Was van 1794 lid van het Ridderschap in het graafschap Zutphen en van 28 augustus 1814 tot juli 1829 voor het Ridderschap van Gelderland. Werd in mei 1828 benoemd tot Minister van Staat.

Werd onderscheiden met het Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Voorganger: ?	Burgemeester van Doetinchem 1793	Opvolger: ?
Voorganger: -	Minister van Zaken van de Hervormde en andere Erediensten, behalve die der Rooms-Katholieke 1828-1841	Opvolger: H. baron van Zuylen van Nijevelt
Voorganger: C.F. van Maanen	Minister van Justitie 1830 a.i.	Opvolger: C.F. van Maanen

Sjabloon:Parlement

@@ Regel 9: / Regel 9: @@
 Werd in [[1789]] [[Advocaat (beroep)|advocaat]] te [[Arnhem]]. Was [[burgemeester]] van [[Doetinchem]] en vervulde een aantal ambten waaronder die van directeur-generaal van het departement van Eredienst (1818 - 1828).
-Zijn politieke leven kreeg gestalte in het lidmaatschap van de 'Vergadering van Notabelen' voor het departement van de Boven-IJssel (vanaf 29 maart 1814) en hij werd op [[20 mei]] [[1828]] minister op het departement van Hervormde en andere Erediensten, die der Rooms-Katholieke uitgezonderd (tot 1 maart [[1841]]). In 1830 was gedurende twee maanden nog waarnemend minister op het departement van Justitie.
+Zijn politieke leven kreeg gestalte in het lidmaatschap van de '[[Vergadering van Notabelen]]' voor het departement van de Boven-IJssel (vanaf 29 maart 1814) en hij werd op [[20 mei]] [[1828]] minister op het departement van Hervormde en andere Erediensten, die der Rooms-Katholieke uitgezonderd (tot 1 maart [[1841]]). In 1830 was gedurende twee maanden nog waarnemend minister op het departement van Justitie.
 Was van [[1794]] lid van het Ridderschap in het graafschap Zutphen en van 28 augustus [[1814]] tot juli [[1829]] voor het Ridderschap van Gelderland. Werd in mei [[1828]] benoemd tot [[Minister van Staat (Nederland)|Minister van Staat]].