De A18 werd halverwege de 19e eeuw aangelegd. Daarvoor moesten een aantal schaapspoorten worden gebouwd, zoals het "East Mountain Gate", het "Beinn-y-Phott Gate" en Keppel Gate. Ter hoogte van de 26th Milestone stond een kleine metalen mijlpaal, de "13th Milestone" van de A18 Douglas-Ramsey. De 26th milestone doet alleen dienst tijdens de wegraces.
De 26th milestone maakte deel uit van de Highland Course en de Four Inch Course, die van 1904 tot 1922 werd gebruikt voor de Gordon Bennett Trial en de RAC Tourist Trophy. Vanaf 1911 werd de Snaefell Mountain course voor de Isle of Man TT gebruikt, en vanaf 1923 werd hier ook de Manx Grand Prix gereden.
De markante punten van de Mountain Course krijgen meestal een naam die gerelateerd is aan de omgeving waar ze liggen, zoals een boerderij, een heuvel, een dal of een vallei. Lange tijd was er kennelijk in de omgeving van de 26e mijlpaal niets te vinden waardoor het simpelweg "26th Milestone" werd. Toen Joey Dunlop in 2000 verongelukte tijdens een race in Tallinn besloot men hem te eren met een markant punt in de Mountain Course. Joey had 26 keer een race tijdens de Isle of Man TT gewonnen en daarom was de 26e mijlpaal de aangewezen plaats.
Het officiële waarschuwingsbord bij de nadering van "Joey's" heeft de kleuren van zijn helm.
De coureurs kunnen vrij snel door de laatste bochtencombinatie bij de Gooseneck, maar als ze accelereren tot ze ongeveer 800 meter verder bij Joey's komen merken ze al dat ze meer last hebben van de weersomstandigheden die op de Mountain Section vrij spel hebben. Dit circuitdeel is wel veel overzichtelijker omdat er in de hele Mountain Section geen boom te vinden is, maar het was niet het favoriete stuk van Joey Dunlop, die meer plezier had in het meer begroeide stuk van Ballacraine naar Ramsey. Het circuit stijgt hier nog en blijft dat ook in de volgende linker bocht richting Guthrie's Memorial doen. Graham Walker zei over de - toen nog - 26th Milestone: "Het kan volgas in de derde versnelling, maar je moet soms het gras gebruiken om snelheid te houden". Dat was in de jaren dertig en tegenwoordig zullen coureurs liever op het asfalt blijven. Ray Knight, die in 1994 stopte maar toen al 32 jaar en 40.000 kilometer ervaring op de Mountain Course had, zei over deze bochten: "gemakkelijk op een motorfiets met een matig vermogen". Toen hadden echt snelle motoren nog 150 pk, maar tegenwoordig zijn er dat meer dan 200, waardoor de bochten steeds scherper zijn geworden.
Tijdens de Senior TT van 2007 gebeurde er een ernstig ongeluk. Coureur Marc Ramsbotham verongelukte tijdens de vijfde ronde met een Suzuki. Hierbij kwamen ook twee toeschouwers, Dean Jackob en Gregory Kenzig, om het leven. Twee marshals, Hilary Musson en Janice Phillips, raakten gewond. Er werd een onderzoek ingesteld en een marshal werd beschuldigd van doodslag, maar later zonder aanklacht vrijgelaten. Het onderzoek richtte zich op de vraag of het verbod voor toeschouwers om zich daar te bevinden wel duidelijk was. Nog vóór de Manx Grand Prix van 2007, die later in het jaar werd verreden, werden veiligheidsmaatregelen genomen. Een deel van het talud werd afgegraven, er werd een nieuwe shelter voor de marshals gebouwd en in de winter van 2007-2008 werd de ijzeren 13th Milestone marker verwijderd. Hoewel er altijd plaatsen waren geweest die voor het publiek verboden waren, werd dit na 2007 flink uitgebreid. Bij populaire uitzichtpunten als Ballaspur, Kirk Michael, Rhencullen, de K-tree en Ramsey Hairpin mocht geen of beperkt publiek worden toegelaten en op andere plaatsen moest dit publiek verder van het circuit zitten.
Bronnen, noten en/of referenties
David Wright: Mountain Milestone, 100 Years of the TT Mountain Course, Lily Publications, Ramsey, ISBN 978-1-907945-04-5