Naar inhoud springen

Don Quichot (boek)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Don Quixote)
De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha
Don Quichot, zoals afgebeeld op een boekillustratie uit 1863, van de hand van Gustave Doré
Don Quichot, zoals afgebeeld op een boekillustratie uit 1863, van de hand van Gustave Doré
Oorspronkelijke titel Don Quijote
Auteur(s) Cervantes
Vertaler Barber van de Pol
Illustrator Gustave Doré, Salomon Savery
Land Spanje
Oorspronkelijke taal Spaans
Genre Ridderroman, satire, avonturenroman
Oorspronkelijke uitgever Juan de la Cuesta
Oorspronkelijk uitgegeven 1605 (deel 1)
1615 (deel 2)
Pagina's 1117
ISBN 978-90-253-0659-5
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Don Quichot (Spaans: Don Quijote of Quixote), voluit De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha, is een door Miguel de Cervantes geschreven roman in twee delen. Het eerste deel werd gepubliceerd in 1605, het tweede in 1615.

Het boek is een van de eerste geschreven romans in een moderne Europese taal. Het vertelt de komische reisavonturen van een oude edelman die denkt dat hij een dolende ridder is. Deze hoofdpersoon, Don Quichot, is een dwaze held die zich met zijn goede bedoelingen maar onpraktische daden belachelijk maakt.

Door het lezen van te veel ridderromans is de hidalgo (laagste adellijke rang in Spanje) Alonso Quijano zijn verstand kwijtgeraakt. Nadat hij zichzelf het imago van een dolende ridder heeft aangemeten, verlaat hij onder de naam Don Quichot van La Mancha (naar zijn geboortestreek) zijn huis en begint een dwaaltocht over de wegen en het platteland van Spanje. Gezeten op zijn strijdros Rocinant, in feite een oude, uitgemergelde boerenknol die hij ophemelt tot raspaard, en gehuld in een oud verroest harnas en een papieren helm, trekt hij ten strijde tegen alle soorten onrecht en onrechtvaardigheid. Door het verrichten van goede daden hoopt hij beroemd te worden en zo in de gunst te komen van zijn grote liefde, de wonderschone Dulcinea. De queeste naar deze hoofse en begeerlijke prinses (die zijn idealisering is van Aldonza Lorenzo, een eenvoudige boerendochter uit het naburige dorp El Toboso die hij nog nooit heeft gezien en die vermoedelijk zelfs niet eens bestaat) is een parodie op het genre van de amour lointain.[1]

Op zijn trektocht wordt Don Quichot vergezeld door zijn buurman en dienaar Sancho Panza. Sancho is een kleine boer, analfabeet maar niet dom, met veel en lekker eten en drinken als zijn belangrijkste interesses. Sancho weet dat zijn meester niet helemaal goed bij zijn hoofd is; Sancho betitelt hem als "ridder van de droevige figuur",[2] maar toch volgt hij hem, want zijn zwakheid voor de aardse geneugten maakt dat hij gelooft in de grote beloning die Don Quichot hem in het vooruitzicht stelt.

Windmolens of reuzen?
Don Quichot vecht op zijn paard Rocinante tegen de windmolen; op de achtergrond rijdt Sancho Panza op zijn ezel

Dat Don Quichot behoorlijk in de war is blijkt als hij herbergen aanziet voor kastelen, geestelijken voor schurken (kritiek op de kerk), windmolens voor reuzen (Don Quichot herinnert zich de mythische reus Briareüs en acht de wijze tovenaar Frestoen hiervoor verantwoordelijk omdat deze hem de roem van de zege niet zou gunnen), een prostituee voor een prinses, een kudde schapen voor een leger (kritiek op het kuddegedrag van mensen). Zo bevrijdt hij ook enkele "staatsgevaarlijke misdadigers" (mensen die omwille van een afwijkende mening gevangen werden gezet) en gaat hij flink tekeer tegen een begrafenisstoet.[3] Maar zijn waanideeën stuiten steevast op de nuchterheid, de voorzichtigheid en de spreekwoorden van Sancho. Deze botsing tussen de ideale en fictieve wereld van Don Quichot en de werkelijke wereld van Sancho is een hoofdthema van het boek en meteen ook de bron van een groot deel van zijn humor.

Al reizend ontmoeten Don Quichot en Sancho veel verschillende personages, van herders tot edelen, van misdadigers tot priesters, van gegriefde vrouwen en jaloerse mannen tot hitsige meiden en dolle verliefden. Een ander hoofdthema van de roman wordt hier duidelijk: de liefde. In de ridderromans komt alleen de hoofse liefde voor; Cervantes laat zien dat er veel meer is: van versmade liefde tot overspel, van ideale vriendschap tot onmogelijke liefde, van zuivere aanbidding tot pure lust.

Het tweede deel van de roman is surrealistisch en bevat een sterk zelfreflecterend karakter. Deze introspectie was ongekend in literaire werken. Zo ontmoeten Don Quichot en Sancho meerdere personages die het eerste deel van het boek gelezen hebben en hen en hun avonturen dus kennen. Niet langer meten Don Quichot en Sancho zich met de reële wereld, maar beleven ze avonturen die door die andere personages en voor hun vermaak op touw gezet worden – zoals hun beider hemelvaart op een houten paard, of de verrassend nobele regering van Sancho over een imaginair eiland. De metafoor van "de wereld is een schouwtoneel" wordt hier letterlijk waar. Daardoor lijkt de wereld vaak gekker te zijn dan Don Quichot zelf. Helemaal op het einde van het verhaal, na een deugddoende slaap van zes uren, krijgt hij zijn verstand terug. De lezer kan zich dan afvragen of deze eerdere dwaasheid van Don Quichot niet waardevoller en menselijker was dan de nieuw hervonden nuchterheid.

Een saillant detail uit het tweede deel is de spot die Cervantes drijft met de schrijver Alonso Fernández de Avellanada – zonder deze overigens bij naam te noemen. Deze Fernández maakte gebruik van het succes van Don Quichot door in 1612 een vervolg op het avonturenboek te schrijven. Het echte tweede deel, van Cervantes zelf, verscheen pas in 1615 en haalt aan het eind een paar keer uit naar de fouten in deze falso Quijote. Om verdere apocriefe verhalen te voorkomen liet Cervantes zijn hoofdpersoon, aan het slot van het tweede deel bij zinnen gekomen, sterven.

Het grote Cervantesmonument op de Plaza de España te Madrid, met op de voorgrond Don Quichot (l) en Sancho Panza (r)

Werkloze lezer, zonder erewoord zult ge van me geloven dat ik dit boek, als kind van mijn inzicht, graag had gemaakt tot het mooiste, fierste en verstandigste dat men zich denken kan. Maar de natuurwet die zegt dat alles zijns gelijke voortbrengt kon ik niet breken. Zo begint Cervantes het voorwoord van zijn boek, brutaal en met zelfspot, maar ook meteen een hoofdthema van het boek aanduidend: de kloof tussen mooie droom en harde praktijk. In het boek zelf verbeelden Don Quichot en Sancho Panza (oftewel, zeer vrij en oneerbiedig vertaald, de heer Blaaskaak en Dikke Pens) deze klassieke tegenstelling van geest tegenover lichaam, rede tegenover begeerte, idealen tegenover de werkelijkheid. Steeds weer botsen de wanen van Don Quichot op de feiten van Sancho – de geest wil wel, maar het lichaam kan niet; de rede heeft fraaie ideeën, maar de natuur laat zich niet foppen: de feiten lijken het altijd te winnen.

Behalve een allegorie is het boek ook een parodie, het is volgens Cervantes zelf "één grote scheldpartij tegen de ridderroman", een genre dat in de zestiende en zeventiende eeuw bijzonder populair was en "door velen verfoeid maar door zovelen meer geprezen". Overdreven emoties, absurde plotwendingen en ongeloofwaardige personages waren de euvels waar de ridderroman aan leed.

Maar Cervantes heeft ook gewoon een goed en vermakelijk boek willen schrijven. In het voorwoord laat hij een vriend zeggen: Je moet zorgen dat je betoog eenvoudig, in treffende, fatsoenlijke, welgekozen bewoordingen en welluidende, geestige zinsneden is gesteld, waarbij je je bedoeling zo goed mogelijk schetst en je ideeën uiteenzet zonder ze ingewikkeld en duister te maken. Zorg ook dat bij het lezen de zwaarmoedige lezer een lach opbrengt, de goedlachse zijn lach verbreedt, de simpele niet wordt gekwetst, de schrandere je vindingrijkheid bewondert, de ernstige geen aanstoot neemt, en de voorzichtige je zijn lof niet onthoudt. (vertaling: Barber van de Pol). In zijn symbolische verbranding van de ridderromans krijgt slechts één vijftiende-eeuws werk genade: Tirant lo Blanc van Joan Martorell. Cervantes schrijft letterlijk: ik wil benadrukken dat ik daarin een schat aan genoegen en een mijn aan vermaak heb aangetroffen met ridders van vlees en bloed.[4]

Het boek werd in 1624 in Portugal gecensureerd door de Spaanse overheersers, in 1640 werd in Spanje door de Inquisitie één zin uit het boek geschrapt: "Werken van liefdadigheid die achteloos worden gedaan, hebben geen waarde".

Het boek kan ook gezien worden als een persiflage op de contrareformatie (vergelijking van Jezus en Don Quichot).[bron?]

Spelling en uitspraak

[bewerken | brontekst bewerken]
Titelpagina van de vierde druk

De oorspronkelijke titel van Cervantes' boek is El ingenioso hidalgo don Quixote de la Mancha.[5] Deze schrijfwijze van de naam met een 'x' is overgenomen in het Engels, vanouds met de onherkenbare uitspraak 'Kwíkset' [ˈkwɪksət] (tegenwoordig spreken de Engelsen het beter uit). Sindsdien is echter in het Castiliaans de uitspraak veranderd en de spelling gewijzigd, waardoor de 'x' (uitspraak 'sj') een 'j' (uitspraak: harde 'g') geworden is. In modern Spaans is het dus Don Quijote, uitspraak 'Kigotte' [kiˈxote] (niet 'Kigoote').

In het Spaans van de zeventiende eeuw werd de naam van de ridder dus uitgesproken als 'Kiesjotte' [kiˈʃote]. In het Frans werd dat geschreven als Quichotte. In het Nederlands werd de Franse schrijfwijze overgenomen en omdat in het modernere Frans de laatste lettergreep onhoorbaar is, veranderde de Nederlandse schrijfwijze ook wel in Quichot. Deze spelling zonder de laatste lettergreep komt dus niet uit het Spaans. De 'ch' in La Mancha wordt correct op de Spaanse manier uitgesproken ('tsj'), dus de moderne Nederlandse uitspraak is: 'Don Kiesjot van La Mantsja' (niet 'Mansja'). Dit is vrijwel gelijk aan de oorspronkelijke uitspraak, op de eindlettergreep van Quixote na. Er zijn echter veel Nederlanders die vasthouden aan de juistere uitspraken Kiegotte of Kiesjotte.[bron?] Een groot deel van de Nederlandse vertalingen en bewerkingen gebruikt de spelling Quichotte.[6]

Spreekwoordelijk

[bewerken | brontekst bewerken]

De figuur van Don Quichot en zijn daden zijn in het dagelijkse taalgebruik terechtgekomen met onder meer deze uitdrukkingen:

  • tegen windmolens vechten – een denkbeeldig gevaar bestrijden, of ook: proberen te veranderen wat niet te veranderen is, een hopeloze strijd voeren;
  • een klap van de molen(wiek) gehad/gekregen hebben - niet goed bij zijn verstand zijn;
  • een donquichot – iemand die een hopeloze strijd levert, iemand die nutteloze doelen nastreeft of een onbereikbare liefde najaagt, iemand die buiten de werkelijkheid staat;
  • donquichotterie – dwaas-idealistisch optreden;
  • een dulcinea – een geïdealiseerde, onbereikbare vrouw;
  • een rossinant – een slecht paard.

In de grafische kunst

[bewerken | brontekst bewerken]

De helden van Cervantes hebben de verbeelding geprikkeld van talloze boekillustratoren. De eerste complete geïllustreerde editie verscheen te Dordrecht in 1657. De 26 prenten waren waarschijnlijk gemaakt door drukker Jacob Savery. Uitgever Verdussen in Antwerpen nam ze in 1672/73 deels over en vulde ze aan met 16 nieuwe gravures van Frederik Bouttats (ontwerper onbekend). De Ibarra-editie van 1780 was versierd met gravures van Manuel Salvador Carmona naar José del Castillo en andere kunstenaars. Ook de 19 platen naar José Rivelles in een editie van 1819 zijn nadien veel gebruikt. In Frankrijk onderscheidde Tony Johannot zich met overvloedige illustraties (1836), in populariteit nog overtroffen door Gustave Doré (1863). De beroemdste illustraties in de Lage Landen zijn die van Albert Hahn jr. (1930). Salvador Dalí maakte voor een Franse editie uit 1964 vier lithografieën.

Ook bij schilders en andere grafische kunstenaars was het thema razend populair. Enkele markante werken:

  • De reeks van 28 wandtapijten ontworpen door Antoine Coypel tussen 1715 en 1727 (ook de kartons zijn bewaard).
  • De tekening Don Quichotte in zijn bibliotheek van Francisco de Goya (1812).
  • Verschillende schilderijen van Honoré Daumier.
  • Een serie imposante werken van de oorspronkelijk Spaanse maar in Nederland woonachtige kunstenares Lita Cabellut.
Origineel werk (privécollectie) uit de serie Don Quijote 08 van Lita Cabellut

Muziek en Don Quichot

[bewerken | brontekst bewerken]

De levenswandel van Don Quichot is meerdere malen op muziek gezet. Hieronder een (niet complete) lijst van orkestwerken, balletten, liederen en opera's op zijn thema:

Nederlandse vertalingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Don Quichot, na de bijbel een van de meest vertaalde boeken, is vier keer integraal uit het Spaans in het Nederlands overgezet. Lambert van den Bos was in 1657 de eerste met Den verstandigen vroomen ridder, Don Quichot de la Mancha.[15] Op een tweede vertaling was het wachten tot de polyglotte ingenieur Christiaan Lodewijk Schuller tot Peursum in 1854-59 De vernuftige jonkheer Don Quichote van de Mancha liet verschijnen, een consciëntieuze vierdelige versie,[16] waarvan talloze bewerkingen zijn afgeleid, onder meer de populaire Vlaamse bewerking van René De Clercq (1930). In 1941-43 bezorgden de hispanist C.F.A. van Dam en de dichter J.W.F. Werumeus Buning een moderne vierdelige vertaling onder de titel De geestrijke ridder Don Quichot van de Mancha.[17] Met hun rijke, archaïserende Nederlands stelden ze de dolende ridder mogelijk als geschifter voor dan Cervantes bedoeld had. Barber van de Pol bracht in 1997 een vlot leesbare en nauwkeurige vertaling: De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha.

[bewerken | brontekst bewerken]
  1. DBNL, fin’amors, Algemeen letterkundig lexicon. DBNL. Geraadpleegd op 31 oktober 2024.
  2. Ridder van de droevige figuur, DBNL. Gearchiveerd op 18 juli 2021.
  3. Don Quichot en de windmolens, www.beleven.org
  4. Miguel de Cervantes, geciteerd in: Bart Vonck, De avonturen van Tirant lo Blanc. Nog eenmaal schittert de ridder, De Standaard, 24 januari 2002
  5. In de titel van deel 2 is hidalgo vervangen door caballero: Segunda parte del ingenioso cavallero don Quixote de la Mancha.
  6. Zie collectie Koninklijke Bibliotheek: www.kb.nl
  7. Orquesta Sinfónico de Tenerife, Víctor Pablo Pérez, Auvidis Valois records 3660
  8. Orquesta Sinfónica de Bilbao, Juan José Mena, Naxos records 8.557110
  9. Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin, Rundfunkchor Berlin, Gustav Kuhn, CPO records 999 873
  10. L’Orchestre de la Suisse Romande, Chœur de la Radio Suisse Romande, Kazimierz Kord, EMI records 430 636
  11. Sofia Nationaal Opera orkest, Nayden Todorov, Naxos (platenlabel) 8.557065-66
  12. Orchestre de chambre de Lausanne, Armin Jordan; Huttenlocher, Erato records 75318
  13. Staatssymfonieorkest van Rusland, Igor Golovchin, RUSSIAN DISC records 11 397
  14. Banda Simfònica Unió Musical de Lliria, Robert W. Smit, Walking Frog Records WFR356
  15. Den verstandigen vroomen ridder, Don Quichot de la Mancha, archive.org
  16. Deel I, deel II en deel IV op Google Boeken. Gearchiveerd op 24 juni 2023.
  17. De geestrijke ridder Don Quichot van de Mancha op DBNL. Gearchiveerd op 14 augustus 2022.
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina De Spaanse tekst van Don Quijote op Wikisource.
Zie de categorie Don Quixote van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.