Huisstofmijt
Huisstofmijt | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Dermatophagoides pteronyssinus Trouessart, 1897 | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Huisstofmijt op Wikispecies | |||||||||||||
|
De huisstofmijt (Dermatophagoides pteronyssinus) is een ongeveer 0,3 mm grote mijt. De huisstofmijt is een spinachtige en heeft acht poten. In Europa is er ook de soort Euroglyphus maynei. De levensduur van een huisstofmijt is 2 à 3 maanden. Een huisstofmijt heeft 3 à 4 weken nodig om van een eitje op te groeien tot een volwassen huisstofmijt.
Leefomstandigheden van de huisstofmijt
[bewerken | brontekst bewerken]De huisstofmijt komt overal ter wereld voor waar de relatieve luchtvochtigheid hoog genoeg is. Ideale omstandigheden voor de huisstofmijt zijn temperaturen tussen de 20–30 °Celsius en een relatieve luchtvochtigheid van 60–80%. Huisstofmijten kunnen niet drinken maar onttrekken direct vocht aan de lucht om te leven. Huisstofmijten kunnen niet tegen direct zonlicht en leven daarom bij voorkeur in het donker. Een belangrijke voedingsbron voor de huisstofmijt zijn huidschilfers van mensen en dieren. Matrassen, hoofdkussens en stoffen van meubilair zijn daarmee een ideale leefomgeving voor de huisstofmijt, waar de mens ongewild zowel voor voedsel als vocht zorgt. Huisstofmijten komen ook voor op beschimmelde muren en in tapijt. Er is een significant verband tussen hogere concentraties huisstofmijtallergeen en de afwezigheid van vloerisolatie. [1] Bij woningen zonder vloerisolatie, waar andere delen van de gebouwschil (zoals muren en/of ramen) wél zijn geïsoleerd, zijn de concentraties van huisstofmijtallergeen hoger dan in volledig niet-geïsoleerde woningen. Het toepassen van vloerisolatie leidt daarentegen tot een significante reductie van de concentraties huisstofmijtallergeen.[2]
De uitwerpselen en vervellingshuidjes van de huisstofmijt kunnen gezondheidsklachten veroorzaken bij de mens, zoals allergische reacties (waaronder astma en eczeem). Naar schatting heeft 5 tot 10% van de mensen een huisstofmijtallergie.[3]
Soorten
[bewerken | brontekst bewerken]Er zijn verschillende andere soorten huisstofmijten, zoals Euroglyphus maynei, Blomia tropicalis, Lepidoglyphus destructor (hooimijt) en soorten Dermatophagoides (bijvoorbeeld Dermatophagoides farinae), die astma door allergenen kunnen veroorzaken.[4][5]
Waarnemen van huisstofmijten
[bewerken | brontekst bewerken]Huisstofmijten zien eruit als kleine traag bewegende witte puntjes. Men kan ze gemakkelijk opmerken op donkere oppervlakken bij goed licht. Op een witte ondergrond kan men ze met strijklicht zien.
Preventie
[bewerken | brontekst bewerken]Dagelijks zo veel mogelijk licht in de slaapkamer en badkamer binnen laten, dagelijks goed ventileren met schone buitenlucht, dagelijks vloeren vegen en wekelijks stof afnemen en vloer en stoffen meubilair stofzuigen. Iedere week een schoon kussensloop en dekens, beddengoed en tapijten buiten uitkloppen. Iedere twee weken schoon bedlinnen. Iedere maand matras uitkloppen.
In het Zeepreventorium te De Haan sliepen de astmapatiënten op matrassen gemaakt van een gladde kunststof. Het doel van deze in kunststof gemaakte matrassen (de Alvamas) was het vermijden van de aanwezigheid van huisstofmijten. Ook was er in de slaapzalen centrale verwarming, hetgeen de aanwezigheid van hoge luchtvochtigheid onmogelijk maakte.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]Bronnen
- (en) Microbiologybytes.com: The House Dust Mite - Dermatophagoides pteronyssinus
- Referentie
- ↑ Van Strien RT, Verhoeff AP, Brunekreef B, Van Wijnen JH. (1994). Mite antigen in house dust: relationship with different housing characteristics in The Netherlands. Clin Exp Allergy, 24(9):843-53.
- ↑ Van Strien RT, Verhoeff AP, Brunekreef B, Van Wijnen JH. (1992). Vochtverschijnselen in woningen, huisstofmijtallergeen en CARA bij kinderen. Landbouw Universiteit Wageningen 1992-463.
- ↑ Huisstofmijt Allergie Huisstofmijt informatie, advies en tips! (2008 - 2019). Geraadpleegd op 23 juli 2019.
- ↑ Thomas A. E. Platts-Mills, Daniel Vervloet, Wayne R. Thomas, Robert C. Aalberse en Martin D. Chapman (1997). Indoor allergens and asthma: Report of the Third International Workshop. J Allergy Clin Immunol. 100 (6): S2–S24. DOI: 10.1016/S0091-6749(97)70292-6.
- ↑ Jacqueline Sinke en Mieke Leistra, Feiten over mijten. Over de levenswijze van huisstof -en voorraadmijten en wat dit betekent voor de allergische hond.. Gearchiveerd op 6 juli 2016. Geraadpleegd op 23 juli 2019.