Naar inhoud springen

Peter Van Dievoet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Peter van Dievoet)
Peter van Dievoet
Peter Van Dievoet
Algemene informatie
Geboren 1661
Brussel
Overleden 2 maart 1729
Beroep(en) beeldhouwer, architect
Bekend van standbeeld van James 2 op Trafalgar Square in Londen
Handtekening
Handtekening
Blazoen van Peter van Dievoet
Sculptuur genoemd Het Wit Lammeken te Brussel, door Peter Van Dievoet, 1696.
Standbeeld van koning Jacobus II te London, Trafalgar square, door Peter Van Dievoet, 1686.
Handtekeningen van beeldhouwer Peter van Dievoet en van zijn vrouw Dorothea de Witte, 17 juli 1709.

Peter van Dievoet (Brussel, 1661 - Brussel, 1729) was een beeldhouwer.

Na een stage in Londen in de studio van Grinling Gibbons kwam hij terug naar Brussel, waar hij voor de heropbouw van de Grote Markt van Brussel veel beeldhouwwerken heeft gemaakt.

Hij is de broer van de goudsmid Philippe van Dievoet, goudsmid en raadsman van Lodewijk XIV van Frankrijk.

De laatste originele sculpturen van Peter van Dievoet, in de traditie van Duquesnoy zijn te vinden in Brussel. Vele hebben de sloop van oude panden in de afgelopen jaren echter niet overleefd.

  • Philippe Baert, Mémoires sur les sculpteurs et architectes des Pays-Bas, gepubliceerd door baron de Reiffenberg, Brussel, 1848, p. 117.
  • Emmanuel Bénézit, Dictionnaire critique et documentaire des peintres, sculpteurs, dessinateurs et graveurs, Parijs, 1955, vol. 3, p. 268 en ibid. Parijs, 1956, vol. 4, p. 238.
  • Bénézit, idem, nieuwe editie in het Engels.
  • Ridder Edmond Marchal, Mémoire sur la Sculpture aux Pays-Bas pendant les XVIIe et XVIIIe siècles, Brussel, 1877, pp. 3, 12, 82 et 190.
  • Ridder Edmond Marchal, La sculpture et les chefs-d'œuvre de l'orfèvrerie belges, Brussel, 1895, pp. 468, 5S3, 743.
  • Dr. Kurt Zoege von Manteuffel, « Dievoet (Dievot), van Bildhauer in Brüssel », dans Ulrich Thieme et Felix Becker (éd.), Allgemeines Lexicon des bildenden Künstler von der Antike bis zur gegenwart, Leipzig, 1913, vol. IX, p. 279.
[bewerken | brontekst bewerken]