Naar inhoud springen

Wilhelmus Franciscus Nicolaus van Rootselaar

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Rootselaar)
Wilhelmus Franciscus Nicolaus van Rootselaar
W.F.N. van Rootselaar
W.F.N. van Rootselaar
Priester van de Rooms-Katholieke Kerk
Wapen van een priester
Geboren 26 mei 1834
Plaats Amersfoort
Overleden 2 februari 1900
Plaats Amersfoort
Wijdingen
Priester 19 september 1859
Loopbaan
1859 - 1861 kapelaan te Zeddam
1861 - 1865 kapelaan te Mijdrecht
1866 - 1869 kapelaan te Oosterbeek
1869 - 1870 kapelaan te Steenwijkerwold
1870 - 1875 rector voor de Broeders Penitenten te Handel
1875 - 1892 kapelaan te Amersfoort
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Willem Franciscus Nicolaus van Rootselaar[1] (Amersfoort, 26 mei 1834 - aldaar, 2 februari 1900) was kapelaan te Amersfoort en vanaf 1876 de eerste gemeentearchivaris van die stad. Hij “wijdde zijne zorgen aan de geschiedenis en historische voorwerpen zijner woonplaats”[2].

Van Rootselaar werd geboren in het gezin van wijnkoper Wilhelmus Johannes van Rootselaar en Francina Sanders en studeerde aan het bisschoppelijk seminarie te Warmond.[3][4] Hij werd op 19 september 1859 tot priester gewijd en werd in 1875, na enkele kapelaanschappen elders, kapelaan te Amersfoort.

In 1876 werd hij de eerste (onbezoldigde) gemeentearchivaris van Amersfoort. Hij zou tot zijn overlijden “waarnemend archivaris” blijven. Hij publiceerde al in 1878 zijn belangrijkste werk Amersfoort, 777 - 1580. Dit is uiterst opmerkelijk, omdat in de beide delen, met in totaal 1027 pagina's, een gigantische hoeveelheid archief-materiaal is samengevat, en het werk al twee jaar na zijn aantreden als archivaris werd gepubliceerd. De boeken zijn weliswaar “volmaakt onleesbaar”[4], maar vormen nog steeds een “Fundgrube” voor wie zich verdiept in de geschiedenis van middeleeuws en zestiende-eeuws Amersfoort.

Dat hij zijn zorgen wijdde aan de “historische voorwerpen zijner woonplaats” moge blijken uit zijn bemoeienis met behoud van / restauratie van de Koppelpoort.

Van Rootselaar was in 1878 mede-oprichter van de Oudheidkundige Vereniging Flehite.

Hij overleed op 2 februari 1900 te Amersfoort en werd als gemeentearchivaris van Amersfoort opgevolgd door dr. H. J. Reynders. In Amersfoort werd een straat naar hem genoemd.[5]

  • 1864: Het Manna des Nieuwen Verbonds. Utrecht
  • 1868: De Katholieke Nederl. historische Traditie, eene bijdrage tot de Heiligerlee-litteratuur. Haarlem
  • 1878: Amersfoort, 777 - 1580. in twee delen. Amersfoort : Uitg. B. Blankenberg en Zoon.
"aan het dagelijksch bestuur van de gemeente Amersfoort, wordt dit werk met den meesten eerbied opgedragen.
Amersfoort, 10 October 1878"
Verschenen naar aanleiding van het feit dat 1100 jaar daarvoor de bekende oorkonde van 777 door Karel de Grote werd gegeven. Deze herdenking was ook een stimulans om te gaan graven in de grafheuvels op de Leusderheide; dit leidde tot de oprichting van de Oudheidkundige Vereniging Flehite.
Het boek eindigt met het jaar van de alteratie.
  • deel I: chronologisch-thematische inleiding van 435 pagina's, daarna volgt voor de jaren 1389 - 1440 een jaarsgewijze opsomming van de voornaamste (in het archief beschreven) gebeurtenissen (p. 435 - 516).
  • deel II: jaarsgewijze opsomming van gebeurtenissen over de jaren 1441 - 1579. (511 pgs.)
Voor een beoordeling van de betekenis van dit werk als historiografisch standaardwerk inzake de geschiedenis van Amersfoort: zie Brongers 1998, p. 126 f. en Kemperink en Elias 2009, p. 24/25.
Een (digitale) index op het boek is door J. A. Brongers gemaakt in 1995. Beschikbaar in Archief Eemland.
  • 1898 en 1899: Sprokkelingen. Bevatten in 200 krantenafleveringen (“in veel leesbaarder vorm (dan zijn eerdere werk), ook gebundeld verschenen”[6]) later materiaal.
  • 1897 en 1898: Geschiedkundige bijzonderheden in twee delen.
  • Voorts leverde Van Rootselaar bijdragen in De Godsdienstvriend,' De Katholiek, het Archief v.d. Geschied. v. het Aartsb. Utrecht, Obreens Archief v. Ned. Kunstgesch. enz.
  • Van 1866 af had hij meerdere jaren lang de redactie der Cath. Ned. Stemmen.