hivbesmetting

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hivbesmetting    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hiv·be·smet·ting

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hiv zn  en  besmetting zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hivbesmetting	hivbesmettingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hivbesmetting v

1. een infectie met het hivvirus

   ▸ Tshabalala-Msimang heeft woede gewekt en zich belachelijk gemaakt door openlijk wantrouwen uit te spreken in reguliere middelen tegen aids en in plaats daarvan knoflook en citroen te propageren, in een land waar 5,4 miljoen mensen seropositief zijn, er elke dag 1400 nieuwe hivbesmettingen bijkomen en naar schatting 900 mensen per dag aan aids overlijden.

   ▸ De betreffende bijeenkomsten zijn vooral populair bij de Antilliaanse, Afrikaanse en Surinaamse gemeenschap. De healings zouden mensen van homoseksualiteit en hivbesmetting kunnen genezen, beweren de religieuze leiders. Daar schuilt volgens Boutkan en Ossel het gevaar. „Healings die mensen in de waan laten dat zij zo genezen kunnen worden van hiv, houden hiv–positieve mensen af van een echte behandeling", menen zij.

Schrijfwijzen

• hiv-besmetting

Gangbaarheid

• Het woord hivbesmetting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.