intiem: verschil tussen versies
Uiterlijk
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 5: | Regel 5: | ||
{{-syll-}} |
{{-syll-}} |
||
*in·tiem |
*in·tiem |
||
{{-etym-}} |
|||
* Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘innig, vertrouwelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1740 {{sijs}} |
|||
{{adjcomp|p=1|{{pn}}|[[{{pn}}e]]|[[{{pn}}er]]|[[{{pn}}ere]]|[[{{pn}}st]]|[[{{pn}}ste]]|part=[[{{pn}}s]]|partcomp=[[{{pn}}ers]]}} |
{{adjcomp|p=1|{{pn}}|[[{{pn}}e]]|[[{{pn}}er]]|[[{{pn}}ere]]|[[{{pn}}st]]|[[{{pn}}ste]]|part=[[{{pn}}s]]|partcomp=[[{{pn}}ers]]}} |
||
{{-adjc-|nld}} |
{{-adjc-|nld}} |
||
Regel 24: | Regel 26: | ||
{{wel-GB}} |
{{wel-GB}} |
||
{{crr13|N=100|V=99}} |
{{crr13|N=100|V=99}} |
||
{{refs}} |
Huidige versie van 22 jul 2018 om 20:35
- in·tiem
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘innig, vertrouwelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1740 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | intiem | intiemer | intiemst |
verbogen | intieme | intiemere | intiemste |
partitief | intiems | intiemers | - |
intiem
- in het diepste, binnenste gelegen
- persoonlijk, zeer vertrouwelijk
bijvoeglijk gebruikt
bijwoordelijk gebruikt
- Het woord intiem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "intiem" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "intiem" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be