Naar inhoud springen

reis: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
New Yorkreis
top: prevalentie-informatie met AWB
Regel 163: Regel 163:
{{-verb-|0}}
{{-verb-|0}}
{{1ps|reizen}}
{{1ps|reizen}}
{{refs}}
{{-preval-}}
{{wel-GB}}
{{crr13|N=100|V=100}}
{{-info-}}
{{-info-}}
{{refs}}



{{=nor=}}
{{=nor=}}

Versie van 11 jan 2017 21:22

  • reis
enkelvoud meervoud
naamwoord reis reizen
verkleinwoord reisje reisjes

reis v/m

  1. grote, lange tocht of trip
    • Zij heeft een reis door Azië gemaakt. 
vervoeging van
reizen

reis

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reizen
    • Ik reis. 
  2. gebiedende wijs van reizen
    • Reis! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reizen
    • Reis je? 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]


  • reis
Naar frequentie 1376

reis

  1. gebiedende wijs van reise


  • reis

reis

  1. gebiedende wijs van reisa

reis

  1. gebiedende wijs van reise


enkelvoud meervoud
 reis 

reis m

  1. rijst