bevredigen
Uiterlijk
- Geluid: bevredigen (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈvredəɣə(n) / (4 lettergrepen)
- be·vre·di·gen
- In de betekenis van ‘voldoen aan een behoefte’ voor het eerst aangetroffen in 1784 [1]
- Afgeleid van vrede met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -ig of afgeleid van vredig met het voorvoegsel be-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bevredigen |
bevredigde |
bevredigd |
zwak -d | volledig |
bevredigen
- overgankelijk beantwoorden aan een sterk verlangen
- Dat antwoord bevredigde hem allerminst.
- Zijn nieuwsgierigheid was volkomen bevredigd.
- Hij kon haar niet bevredigen.
- wederkerend het seksuele verlangen door masturbatie stillen
- Hij had zich bevredigd.
1. beantwoorden aan een sterk verlangen
- Het woord bevredigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bevredigen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "bevredigen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %