generaal
Uiterlijk
- Geluid: generaal NL (hulp, bestand)
- Geluid: generaal B (hulp, bestand)
- ge·ne·raal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | generaal | generaals |
verkleinwoord | generaaltje | generaaltjes |
de generaal m
- (militair) (beroep) iemand met de hoogste rang die het bevel heeft over een leger [1]
- De koning riep zijn generaals bijeen om de komende veldtocht te bespreken.
- Omdat ze een vrij klassiek beeld had van de oorlog was ze er snel van overtuigd dat Albert 'met zijn intelligentie' na korte tijd zou uitblinken, promotie zou maken en ze zag hem al in de voorste linie in de aanval gaan. Ze stelde zich voor dat hij een heldendaad verrichtte, meteen officier werd, kapitein, commandant of meer nog, generaal, die dingen gebeuren tijdens de oorlog. [2]
1. iemand die het bevel heeft over een leger
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | generaal | generaler | generaalst |
verbogen | generale | generalere | generaalste |
partitief | generaals | generalers | - |
generaal
- Het woord generaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "generaal" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ generaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 17
- ↑ generaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -aal in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %