Naar inhoud springen

havanna

Uit WikiWoordenboek
1. Een havanna die uit zijn kistje is gehaald.
  • ha·van·na
enkelvoud meervoud
naamwoord havanna havanna's
verkleinwoord havannaatje havannaatjes

de havannav / m

  1. grote, dure Cubaanse sigaar
    • Wat roept zoiets nou op bij een neutrale toeschouwer?' zei Breukhout toen ze weer in de auto zaten. Hij hief de hand met de sigaar op van het stuur, wees vaag naar zichzelf en plooide peinzend zijn lippen. 'Een toeschouwer die zich natuurlijk niet te veel neutraliteit kan permitteren gezien het medium waaraan hij zijn nederige diensten heeft aangeboden, en dat hem in ruil daarvoor in staat stelt havanna's te roken en,' hij klopte op zijn binnenzak, `op kosten van de firma rijkelijk dure whisky te drinken. Ja, wat roept zoiets op? [4] 
  2. Cubaanse tabak
89 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[5]