karrad
Uiterlijk
- kar·rad
- samenstelling van kar zn en rad zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | karrad | karraderen |
verkleinwoord | karradje | karradjes |
het karrad o
- Het woord 'karrad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "karrad" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
16 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be