koningsblauw

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  koningsblauw    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ko·nings·blauw

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  koning  en  blauw  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	koningsblauw
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het koningsblauw o

1. (kleur) een bepaalde kleur blauw

   • Heeft u die ook in het koningsblauw? 

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	koningsblauw	koningsblauwer	koningsblauwst
verbogen	koningsblauwe	koningsblauwere	koningsblauwste
partitief	koningsblauws	koningsblauwers	-

Bijvoeglijk naamwoord

koningsblauw

1. (kleur) de kleur koningsblauw hebbend

   • Hij rijdt in een koningsblauwe auto. 

Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)

Gangbaarheid

• Het woord koningsblauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.