lett

Hongaars

Zelfstandig naamwoord

lett

1. (taal) Lets

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / let /

Woordafbreking

• lett

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoordse woord léttr

Naar frequentie	432

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	lett	lettere	lettest
	o enkelvoud	lett
	meervoud	lette
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	lette	lettere	letteste

Bijvoeglijk naamwoord

lett

1. licht (niet veel gewicht)
2. licht (niet veel moeite)
3. gering

   «Bilføreren fikk lettere skader etter at han kjørte av veien og veltet rundt på siden med bilen.»

   De bestuurder kreeg geringe verwondingen nadat hij van de weg reed en met de zijkant van de auto over de kop rolde.

Antoniemen

• [1]:  tung bn 
• [2]:  vanskelig bn 

Synoniemen

• [2]:  enkel bn 
• [3]:  mild bn 
• [3]:  svak bn 

Werkwoord

lett

1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van lete

Werkwoord

lett

1. voltooid (verleden) deelwoord van lete

Schrijfwijzen

•  leita bn 
•  leitet bn 
•  leitt bn 

Werkwoord

lett

1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van leite

Werkwoord

lett

1. voltooid (verleden) deelwoord van leite

Schrijfwijzen

•  leita bn 
•  leitet bn 
•  leitt bn 

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / let /

Woordafbreking

• lett

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoordse woord léttr

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	lett	lettare	lettast
	o enkelvoud	lett
	meervoud	lette
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	lette	lettare	lettaste

Bijvoeglijk naamwoord

lett

1. licht (niet veel gewicht)
2. licht (niet veel moeite)
3. gering

Antoniemen

• [1]:  tung bn 
• [2]:  vanskeleg bn 

Synoniemen

• [2]:  enkel bn 
• [3]:  mild bn 
• [3]:  svak bn 

Zelfstandig naamwoord

lett

1. verouderde spelling of vorm van let tot 2012

onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van  lett bn , v