moveren
Uiterlijk
- mo·ve·ren
- van Latijn movere ww (met het achtervoegsel -eren), in de betekenis van ‘tot iets bewegen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1370 [1] [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
moveren |
moveerde |
gemoveerd |
zwak -d | volledig |
moveren
- aanzetten tot
- om moverende redenenom een niet te noemen reden
- Het woord moveren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "moveren" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
19 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ moveren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "moveren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 56 %
- Prevalentie Vlaanderen 19 %