onthullen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onthullen    (hulp, bestand)
• IPA: / ɔntˈhʏlə(n) / (3 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ɔntˈɦɵlə(n)/
  • (Vlaanderen, Brabant): /ɔntˈɦʏlə(n)/

Woordafbreking

• ont·hul·len

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van hullen met het voorvoegsel ont-.

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
onthullen	onthulde	onthuld
zwak -d	volledig

Werkwoord

onthullen

1. overgankelijk van het hulsel ontdoen bij plechtige gelegenheden

   • Het ontwerp van de nieuwe voetbalbeker werd afgelopen week officieel onthuld. 

   ▸ In bijzijn van Lists familie en de burgemeester onthulden kleindochter Lílah en commissaris van de Koning in Friesland Arno Brok het Liesbeth Listpad, zo meldt De Telegraaf.

2. overgankelijk openbaren van onbekende feiten

   • Hij had het niet graag wanneer er dingen over zijn verleden werden onthuld waar hij niet trots op was. 
   • Cern onthult plannen voor nieuwe megaversneller van 100 kilometer. Het zong al een tijdje rond, maar nu heeft deeltjesfysica-instituut Cern zijn officiële plannen gepresenteerd voor een nieuwe deeltjesversneller. Die megaversneller moet honderd kilometer lang worden, bijna viermaal groter dan de huidige Large Hadron Collider.  

   ▸ Wat zal de geschiedenis nog eens over ons onthullen?

   ▸ In de uitzending van zondag onthulde Boulevard ook dat acteur Kees Boot een rol krijgt in GTST. Hij speelt de nieuwe huisarts van soapdorp Meerdijk.

Synoniemen

• [2] verklappen, spoilen

Vertalingen

    1. van het hulsel ontdoen   

Deens: afsløre (da) Duits: enthüllen (de), vorstellen (de) Engels: reveal (en) Faeröers: avdúka (fo) Frans: inaugurer (fr)

IJslands: afhjúpa (is) Noors: avdekke (no) Nynorsk: avdekka (nn), avdekke (nn) avdekkja (nn), avdekkje (nn) Spaans: descubrir (es) Zweeds: avtäcka (sv)

    2. openbaren van onbekende feiten   

Deens: afsløre (da), blotlægge (da) Duits: aufdecken (de), enthüllen (de) Engels: reveal (en) Faeröers: avdúka (fo), opinbera (fo) Frans: dévoiler (fr)

Noors: avdekke (no), avsløre (no) Nynorsk: avdekka (nn), avdekke (nn) avdekkja (nn), avdekkje (nn), avsløre (nn) Spaans: descubrir (es), revelar (es), translucir (es) Turks: ifşa etmek (tr) Zweeds: avslöja (sv), röja (sv)

Gangbaarheid

• Het woord onthullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onthullen" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.