oriente
Uiterlijk
- Een wetenschappelijk leenwoord uit Latijn oriens m “rijzend, verschijnend (van de zon)”, deelwoord van het werkwoord oriri “opstaan”, “rijzen”, “verschijnen”. [1]
- Het werkwoord orientar is afgeleid van het zelfstandig naamwoord oriente.
oriente m
- (aardrijkskunde) de oost, het oosten (o.m. Midden-Oosten)
- (windstreek) oost
vervoeging van |
---|
orientar |
oriente
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van orientar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van orientar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van orientar
- ↑ Joan Corominas & José Pascual“Diccionario crítico etimológico castellano e híspanico (6 tomos)”, Tomo II: ME-RE (1985), Gredos, Madrid, p. 297
- oriente in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española