overbevolken
Uiterlijk
- over·be·vol·ken
- samenstelling van over en bevolken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overbevolken |
overbevolkte |
overbevolkt |
zwak -t | volledig |
overbevolken
- met te veel mensen of dieren bevolken
- Het woord 'overbevolken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.