sige
Uiterlijk
- IPA: [ˈsiː]
- Afkomstig van het Oudnoorse segja.
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sige |
siger |
sagde |
sagt |
volledig |
sige
- sige in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk