spise
Uiterlijk
- spi·se
- Afkomstig uit het Nederduits
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
spise |
spiser |
spiste |
spist |
volledig |
spise
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | spise | spisen | spiser | spiserne |
genitief | spises | spisens | spisers | spisernes |
spise, g
- spise in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
- spi·se
- Afkomstig van het Oudnoordse woord spíza ww ("voorzien van voedsel"), dat van het Middelnederduitse woord spisen ww ("eten") komt, dat weer van het Latijnse woord expendere ww ("afwegen, uitdelen") komt
Naar frequentie | 441 |
---|
spise
- ikke spise fisk
geen vis eten
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | spise | spisen | spiser | spisene |
genitief | spises | spisens | spisers | spisenes |
spise m
- IPA: /spɪsɛ/
- spi·se
spise
- –
- spisu
Categorieën:
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 5
- Woorden in het Deens met audioweergave
- Woorden in het Deens met IPA-weergave
- Werkwoord in het Deens
- Zelfstandig naamwoord in het Deens
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 5
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zwak werkwoord klasse 2 in het Noors
- Werkwoord in het Noors
- Overgankelijk werkwoord in het Noors
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Tsjechisch