zeezeilreis

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zeezeilreis    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zee·zeil·reis

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zeezeil ww  en  reis zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zeezeilreis	zeezeilreizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zeezeilreis v / m

1. (scheepvaart) een reis over zee met een zeilboot

   • Vandaag begint voor ons het werk weer, en dat is het voorbereiden van een zeezeilreis van vijftig dagen met een groep van 39 gasten en 17 bemanningsleden rond Kaap Hoorn van Auckland naar Port Stanley op de Falkland Eilanden. Kaap Hoorn is het zuidelijke uiteinde van het Zuid-Amerikaanse continent, dat ver uitsteekt in het stormachtige zeegebied. Deze kaap lag op de laatste routes waar zeilende vrachtschepen nog exploitabel waren, zoals de graanvaart van Australië en de nitraatvaart van Chili naar Europa. Voor de bark Europa en ook voor mij persoonlijk zal dit de tweede Kaap Hoorn-ronding zijn, de vorige keer was in 2002.  
   • `Ik heb diverse zeezeilreizen gemaakt en had twintig jaar zeilboten samen met mijn ex-man. De laatste boot was een zeeschouw,' zeg ik met een deskundig gezicht.  

Gangbaarheid

• Het woord 'zeezeilreis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.