Papers by Mercedes De Weerdt
Psychology - Selected Papers, May 2, 2012
Sinds de publicatie van de Minnesota Multiphasic Personality Inventory-2 (MMPI-2; Derksen, de Mey... more Sinds de publicatie van de Minnesota Multiphasic Personality Inventory-2 (MMPI-2; Derksen, de Mey, Sloore, & Hellenbosch; 2006) werden een aantal kleine wijzigingen doorgevoerd (bijvoorbeeld toevoeging van subschalen aan de inhoudsschalen). Met de invoering van de ‘Restructured Clinical (RC) Scales werden echter nieuwe basisschalen ingevoerd (Tellegen, Ben-Porath, McNulty, Arbisi, Graham & Kaemmer, 2003). Recent kwam er een nieuwe versie van de MMPI-2: de MMPI-2 Restructured Form (MMPI-2-RF: Ben-Porath & Tellegen, 2008; Tellegen & Ben-Porath, 2008). Bij deze versie staan de RC-schalen centraal, zijn er minder items dan bij de MMPI-2 en zijn er 50 nieuwe en herziene schalen.
Dit onderzoek ging na of de Nederlandstalige versie van de Minnesota Multiphasic Personality Inve... more Dit onderzoek ging na of de Nederlandstalige versie van de Minnesota Multiphasic Personality Inventory – Adolescenten (MMPI-A) gebruikt kan worden voor assessment van Vlaamse jongeren. De Vlaamse normgroep bestond uit 847 adolescenten variërend in leeftijd van 13 tot en met 18 jaar. In het kader van het test-hertestonderzoek werd bij 49 jongeren de MMPI-A tweemaal afgenomen, met een
interval van twee maanden. We vonden enkel een klinisch significant verschil (verschil van 5 Tpunten) bij de validiteitsschalen Trin en Vrin en bij de klinische hoofdschaal 7 (Pt). Test-hertestcorrelaties waren allemaal significant (p<.01) en hoger dan .56. De meeste schalen kenden een adequate interne consistentie (Cronbach’s tussen .60 en .89) behalve schaal 5 (Mf) (=.45 voor jongens, =.34 voor meisjes). Resultaten uit de factoranalyse kwamen in sterke mate overeen met de bevindingen in Nederland en de Verenigde Staten. Er werden vier factoren geïdentificeerd. We kunnen concluderen dat de constructvaliditeit behoorlijk goed is en dat de Nederlandstalige versie van de MMPI-A een betrouwbaar instrument is voor assessment bij Vlaamse jongeren tussen 13 en 18 jaar.
The aim of the present study was to examine some psychometric aspects of one measure of Emotional... more The aim of the present study was to examine some psychometric aspects of one measure of Emotional Intelligence (EI), namely the Bar-On Emotional Quotient Inventory (EQ-i). We wanted to evaluate the psychometric characteristics of the Dutch translation of the questionnaire made in the Netherlands on a Flemish population. We examined the degree of equivalence between some of our findings regarding reliability and validity and the original American data. Since Bar-On pointed to the influence of EI on general psychological well-being, we furthermore tested the hypothesis that if the EQ-i is a valid measure of EI, this should show in the relationship between EQ-i scores and degree of psychopathology as measured by the Minneapolis Multiphasic Personality Inventory – 2 (MMPI-2). Data from a Flemish, non-clinical sample of 967 respondents were obtained, including EQ-I scores, MMPI-2 profiles and some socio-demographic information. Overall the results of this study indicated similarities between the Dutch and American reliability and validity data of the test examined, providing support for the validity of the Bar-On EQ-i as a measure of EI in a Flemish sample. Concerning emotional well-being, divergent validity between the EQ-i and the MMPI-2 indicated that high scores on the EQ-i tend to go together with less psychopathology. Since this was only a preliminary study as part of a project examining the predictive value of EI with regard to professional success, it is clear that more research remains necessary both to further evaluate the construct of EI and to validate the EQ-i.
Uploads
Papers by Mercedes De Weerdt
interval van twee maanden. We vonden enkel een klinisch significant verschil (verschil van 5 Tpunten) bij de validiteitsschalen Trin en Vrin en bij de klinische hoofdschaal 7 (Pt). Test-hertestcorrelaties waren allemaal significant (p<.01) en hoger dan .56. De meeste schalen kenden een adequate interne consistentie (Cronbach’s tussen .60 en .89) behalve schaal 5 (Mf) (=.45 voor jongens, =.34 voor meisjes). Resultaten uit de factoranalyse kwamen in sterke mate overeen met de bevindingen in Nederland en de Verenigde Staten. Er werden vier factoren geïdentificeerd. We kunnen concluderen dat de constructvaliditeit behoorlijk goed is en dat de Nederlandstalige versie van de MMPI-A een betrouwbaar instrument is voor assessment bij Vlaamse jongeren tussen 13 en 18 jaar.
interval van twee maanden. We vonden enkel een klinisch significant verschil (verschil van 5 Tpunten) bij de validiteitsschalen Trin en Vrin en bij de klinische hoofdschaal 7 (Pt). Test-hertestcorrelaties waren allemaal significant (p<.01) en hoger dan .56. De meeste schalen kenden een adequate interne consistentie (Cronbach’s tussen .60 en .89) behalve schaal 5 (Mf) (=.45 voor jongens, =.34 voor meisjes). Resultaten uit de factoranalyse kwamen in sterke mate overeen met de bevindingen in Nederland en de Verenigde Staten. Er werden vier factoren geïdentificeerd. We kunnen concluderen dat de constructvaliditeit behoorlijk goed is en dat de Nederlandstalige versie van de MMPI-A een betrouwbaar instrument is voor assessment bij Vlaamse jongeren tussen 13 en 18 jaar.