Academia.eduAcademia.edu

De Binnengordel en de Scheldeverdediging

2018

Wouter GHeyle IGnace BourGeoIs 5 DE BINNENGORDEL EN DE SCHELDEVERDEDIGING In de vorige hoofdstukken cirkelden we rond de Vesting Antwerpen, van Berendrecht in het noorden tot Beveren in het westen. Maar ons overzicht is nog niet compleet. De cirkel is niet volledig zonder de polder- en havenzone ten noordwesten van de stad. Bovendien hebben we nog niet gekeken naar het gebied binnen de Buitengordel, met daarin als grootste militaire element de Binnengordel van Brialmontforten ten oosten en zuiden van de stad. De vestingstad Antwerpen heeft een rijke geschiedenis van omwallingen en verdedigingswerken die in verschillende fasen werden gebouwd, verbouwd en vaak ook weer afgebroken (Gils 2014, Lombaerde 2009). Bovengronds is van veel van die constructies weinig tot niets meer aan te treffen. Toch blijken links en rechts resten bewaard, al zijn ze dikwijls vrijwel ‘onzichtbaar’ of worden ze niet meer als militaire resten (h)erkend. 5.1 Een verstedelijkt erfgoedlandschap Anders dan bij de restanten van de Buitengordel zien we in en rond de stad en de haven een enorme impact van stads- en havenuitbreidingen, infrastructuur en industrie. Daardoor zijn heel wat van de voormalige forten, schansen, omwallingen en kleinere veldversterkingen bovengronds niet meer bewaard. Die evolutie is sinds de Tweede Wereldoorlog erg snel gegaan en heeft vooral het rurale landschap net buiten het toenmalige stadscentrum in recordtempo omgevormd tot stedelijk gebied. De haven kende een gestage uitbreiding. Nieuwe dokken, kades en bijbehorende industriegebieden deden enkele forten, schansen en batterijen van de Scheldeverdediging verdwijnen. Behalve de overgebleven forten, zoals Liefkenshoek, Lillo, SintFilips en Sint-Marie, vinden we in het havengebied dan ook weinig militaire resten terug. Een belangrijke uitzondering is de Defensieve Dijk, die nog grotendeels intact in het landschap bewaard bleef. In de overgangszone tussen stad en haven, op de rechteroever van de Schelde, is nog een klein stukje bewaard van het Noordkasteel, in 1862 gebouwd als sluitstuk van de Vesting Antwerpen. Niet alleen de haven, maar ook andere grote infrastructuurwerken hadden een enorme impact op het militaire erfgoed rond Antwerpen. De oude Spaanse stadsomwalling ging in de tweede helft van de negentiende eeuw al verloren toen ze plaats moest maken voor de huidige Leien. Ze werd vervangen door de nieuwe Grote Omwalling van generaal Brialmont, die echter vanaf de jaren 1960 op haar beurt met de grond gelijk gemaakt werd voor de aanleg van de Ring rond Antwerpen. Onderdelen van de Grote Omwalling die we nu nog kunnen herkennen, zijn de grachten van twee schansen. Vandaag zijn het groene elementen ten zuiden van de Ring. De Schans 102 5.1 Een verstedelijkt erfgoedlandschap Dat de Ring rond Antwerpen op de plaats kwam van de Grote Omwalling is mooi te zien vanuit de lucht. De Brilschans op de voorgrond toont hoe de omwalling er moet hebben uitgezien. (Provincie Antwerpen-Vilda, Yves Adams) 103 5 · De BinnengOrDel en De scHelDeverDeDiging Een Duitse luchtfoto uit de jaren 1940 en een hedendaagse luchtfoto uit 2017 tonen duidelijk de stadsontwikkeling van de laatste decennia. De Ring rond Antwerpen volgt perfect het tracé van de Grote Omwalling die in de jaren 1960 werd gesloopt. (nara, GX images & Informatie Vlaanderen) Mastvest of Jeugdherberg was een lunet zonder bebouwing. De Brilschans, nu een stadspark, was een lunet met daarop tot het begin van de twintigste eeuw nog een militair gebouw. Een derde restant is te herkennen in de vorm van de wandelpaden in het Nachtegalenpark. Die schans, het Half Maantje, is in het reliëf niet bewaard gebleven, en ook haar gracht is verdwenen. 104 5.1 Een verstedelijkt erfgoedlandschap Veel voormalige vestingwerken mogen dan uit het beeld verdwenen zijn, ondergronds zijn ze dikwijls nog zeer goed bewaard. Dat blijkt vooral uit de talrijke onderzoeken van de Dienst Archeologie van de stad Antwerpen. De enorme constructies werden uit praktische overwegingen vaak slechts tot op grondniveau afgebroken. Alle diepere elementen bleven onaangeroerd waardoor ze vaak nog in uitstekende 105 5 · De BinnengOrDel en De scHelDeverDeDiging toestand aangetroffen worden bij infrastructuurwerken. Regelmatig komen spectaculaire vondsten naar boven die de geschiedenis van de stad helpen reconstrueren. Sinds jaren zorgt de Dienst Archeologie voor de ontsluiting en ruime bekendmaking van die ontdekkingen. 5.2 Militaire resten op het digitale hoogtemodel Onlangs kwamen bij een opgraving aan de Singel ter hoogte van het Sportpaleis de funderingen vrij van een verdwenen munitieopslag van de Grote Omwalling. De caponnière met twee gebouwen (aangeduid met een pijl) staat op verschillende luchtfoto’s uit de Tweede Wereldoorlog, hier op een Duitse foto van 26 november 1944, en werd afgebroken in de jaren 1960. (nara, GX images, uitsnede) Toch zijn er ook bovengrondse aanwijzingen. Het digitale hoogtemodel helpt ons opnieuw ze te herkennen. Vooral op de nog bestaande forten en schansen zijn aarden restanten bewaard van kleinere veldversterkingen, veelal loopgraven. Verspreid, en soms onverwacht, vinden we ook op andere plaatsen nog bovengrondse resten van militaire infrastructuur. De stad en het moderne havengebied laten we grotendeels buiten beschouwing omdat daar alle oorspronkelijke aarden restanten overbouwd of genivelleerd zijn. De Scheldeverdediging en de haven Op de oevers van de Schelde zijn nog vier forten bewaard. Voor de forten van Liefkenshoek en Lillo biedt het digitale hoogtemodel geen extra informatie. Er zijn geen loopgraven bewaard en de drie bunkers uit de Eerste Wereldoorlog op het fort van Liefkenshoek zijn al bekend. Fort Sint-Filips, in een Scheldebocht op de rechteroever, is zwaar verstoord. De natuur heeft er vrij spel. Ook hier herkenden we geen bijkomende militaire structuren in de topografie. Aan de overkant ligt Fort Sint-Marie. Dat is veel beter bewaard gebleven, maar ook hier is enkel de vorm van het fortlichaam op het hoogtemodel te zien. Andere militaire elementen ontbreken. Ten zuiden van en aansluitend op Fort Sint-Marie ligt de Defensieve Dijk. Die is nog over de hele lengte bewaard. Hij werd samen met Fort Zwijndrecht en Fort Kruibeke aangelegd als onderdeel van het Verschanst Kamp Linkeroever, een verdedigbare zone ten westen van de Schelde van waaruit het Waasland verdedigd kon worden, of waarlangs eventuele Engelse of Franse hulp Antwerpen kon bereiken (Gils 2014: 17–18). De dijk moest tevens de defensieve onderwaterzetting of inundatie van de aanpalende polders beperken en het Verschanst Kamp droog houden (Van Pul 2014: 81). Hij bestond uit een gracht en een dijklichaam met borstwering aan de oostelijke zijde. Ongeveer halfweg de dijk is de goed bewaarde Schans Halve Maan te herkennen, een lunet die de weg naar Melsele flankeerde. En in het midden tussen Halve Maan en Fort Sint-Marie ligt de Put van Fien, een schans die de weg naar Kallo verdedigde maar deels werd weggegraven. Aan het gehucht Stenen Kruis lijkt er op het eindpunt van de Defensieve Dijk een berm of dijk haaks naar het westen te lopen over een afstand van ongeveer driehonderd meter. 106 5.2 Militaire resten op het digitale hoogtemodel b a Ten zuiden daarvan liggen Fort Zwijndrecht en Fort Kruibeke. Ter hoogte van Kruibeke gaat de fortenlijn op de rechteroever over in de Binnengordel met zijn acht Brialmontforten. In het meest westelijke punt van Fort Zwijndrecht, de vijandige zijde met vooruitstekende caponnière,10 zijn op het digitale hoogtemodel enkele aarden restanten in het reliëf te ontwaren. Boven op de caponnière, die met aarde bedekt was, zijn in het interbellum of tijdens de Tweede Wereldoorlog enkele loopgraven gegraven. Ook op de restanten van het fort van Kruibeke zijn duidelijke loopgraven zichtbaar. We zien dus dat ook op de oudere forten van de binnenste gordel loopgraven aangelegd zijn, net als op de forten van de Buitengordel (zie vorige hoofdstukken). Als we de Schelde terug stroomafwaarts volgen tot aan de haven verschijnen op de rechteroever de resten van Fort Noordkasteel. Van die versterking uit 1862 is vandaag enkel een klein stuk berm bewaard en een deel van een waterlichaam, de zogenaamde Roeikom. Oorspronkelijk was het een citadel met een polygonale zeven- 10 hoek als plattegrond en een gracht en voorgracht eromheen. Wat overblijft zijn de resten van het profiel van één front. Al op het einde van de negentiende eeuw werd Luchtfoto uit november 1944 met de Defensieve Dijk (zie pijl) en zowel de Schans Halve Maan (a) als de Schans Put van Fien (b) nog in originele staat. De dijk wordt doorsneden door de aanlegsleuf van de expresweg en voorloper van de E34. (nara, GX images, uitsnede) Flankerend vuur dat de gracht en het direct voorliggende terrein bestrijkt, werd gegeven vanuit caponnières, gekazematteerde uitbouwen die voor de hoofdwal liggen, aan de vijandelijke zijde, en in dit geval centraal. 107 Luchtfoto’s uit de Tweede Wereldoorlog tonen het Noordkasteel nog in een meer herkenbare vorm, toen er van de grachten en van de vesting zelf grotere stukken bewaard waren dan vandaag. Na de oorlog ging de uitbreiding van de haven gestaag verder. Een havenloods werd door de Duitse administratie in rood gemarkeerd. (nara, GX images, uitsnede) een deel van het Noordkasteel afgebroken om plaats te maken voor de historische dokken Amerikadok en Afrikadok en de vroege uitbreiding van de haven. Na de Tweede Wereldoorlog ging de afbraak verder. Op Linkeroever zijn tientallen zeer opvallende vormen met een erg regelmatige structuur op het digitale hoogtemodel te ontwaren. Het gaat hier niet over versterkingen of loopgraven, maar het zijn wel structuren die zeker een rol hebben gespeeld in de militaire geschiedenis van de stad, zij het recenter. De locatie van het Sint-Annabos was immers niet alleen tijdens de Tweede Wereldoorlog van belang voor de Duitse bezetter. Na de oorlog werd het een transitplaats voor tienduizenden Amerikaanse soldaten die er in afwachting van hun terugkeer naar hun vaderland gekazerneerd waren (zie ‘Top Hat’ pagina 110). De forten en schansen van de Binnengordel en de Veiligheidsomwalling Generaal Brialmont liet als aanvulling van de nieuwe Grote Omwalling een fortengordel aanleggen. Die kwam minimum 2,5 kilometer van de stad te liggen, om vijandelijke beschietingen tegen te gaan. Hij zou later de Binnengordel genoemd worden. De 8 forten lagen onderling zo’n 2 kilometer van elkaar, waardoor visueel 108 contact mogelijk bleef. Vanaf 1870 werden in de intervallen zowat overal loopgraven aangelegd als veldversterking. Volgens een teruggevonden manuscript uit 1882 werd er tussen de zijfronten van Forten 3, 4, 5 en 6 telkens een dekkende loopgraaf in rechte lijn gegraven. Takkenbossen ervoor moesten dienst doen als hindernis (zie deel 1 van Vergeten linies pagina 54). Van die loopgraven en mogelijke extra aangelegde veldversterkingen tijdens de belegering van Antwerpen in de beginmaanden van de Eerste Wereldoorlog is echter niets meer overgebleven, omdat de hele zone van de Binnengordel intussen verstedelijkt gebied is geworden. In het begin van de twintigste eeuw, vanaf 1907, besloot men de Binnengordel te versterken en te actualiseren zodat hij als zogenaamde Veiligheidsomwalling kon functioneren bij een eventuele doorbraak van de Buitengordel. De verouderde Grote Omwalling, die te dicht bij het stadscentrum lag, werd gedeclasseerd. In die fase werden achttien extra schansen gebouwd tussen en net voor de acht Brialmontforten, die zouden verbonden worden door een stalen hek (in 1914 vervangen door prikkeldraad). Slechts drie daarvan, Schansen 16, 17 en 18, bleven volledig bewaard, terwijl van zes andere schansen (delen van) de gebouwen overbleven. In het noorden, van Fort 2 langs het Fort van Merksem tot aan de Schelde, bestaat de Veiligheidsomwalling uit een wal met geflankeerde dubbele gracht, waar men in 1914 nog maar pas Twee forten in Borsbeek en Mortsel met tussenliggende schansen die vandaag verdwenen zijn, gefotografeerd in december 1944. Op het vliegveld zijn vliegtuigen te zien, ten zuiden van Fort 4 (links) de rookpluim van een stoomtrein, en hier en daar is militaire infrastructuur in de velden te bemerken. (nara, GX images, uitsnede) 109 Top Hat Een Amerikaans kamp in het Sint-Annabos Het Sint-Annabos op Linkeroever kent een verborgen geschiedenis die dankzij het digitale hoogtemodel (DHMV II) weer tot leven komt. Op de bodem van het bos zien we een regelmatig patroon van tientallen lijnen en rechthoeken. Lijnen die er op wijzen dat waar nu bos groeit ooit andere activiteiten hebben plaatsgevonden. Van 1945 tot 1948 lag hier een uitgestrekt Amerikaans militair kamp, met de welluidende naam Top Hat. In 1942–1943 was er al militaire activiteit op die plek. Tijdens de bezetting hadden de Duitsers er een oefenterrein met loopgraven, barakken en een oefenzone voor explosieven. Na mei 1943 legden ze bovendien een brede tankgracht aan. Na de bevrijding van Antwerpen verrees er in ijltempo een groot Amerikaans transitkamp waar tienduizenden soldaten verbleven in afwachting van hun terugreis naar de Verenigde Staten. Tegen augustus 1945 stonden er honderden zogenoemde Romneyhutten: barakken met daken van gebogen golfplaten en voorzien van water en elektriciteit. Het kamp was verdeeld in sectoren. Ten noorden van de Charles De Costerlaan waren twaalf sectoren verdeeld in grote vakken van zo’n 270 bij 170 meter. Elk vak was voorzien van latrines, twee wasplaatsen, een douchegelegenheid en twee keukens. De hoofdgebouwen stonden langs de toenmalige Dwarslaan en Charles De Costerlaan. Er waren niet alleen administratieve gebouwen, maar ook bars, eetgelegenheden, cinema’s, winkels en zelfs een kapel. Verder stonden er zo’n 2500 tenten opgesteld. Tegen 1948 was het kamp grotendeels afgebroken en bleef het terrein verweesd achter. Op de braakliggende terreinen ontwikkelde zich een spontane vegetatie die na enkele decennia uitgroeide tot het Sint-Annabos (Cornelissen et al. 2006, De Decker & Mertens 2012). Kamp Top Hat werd vergeten. 110 Kamp Top Hat (1945–1948) zoals het op het digitale hoogtemodel te herkennen is. We zien nog tientallen barakken en waterleidingen. Ook de structuur van het kamp is nog te zien via de vroegere paden en percelering. In het noordoosten is een fragment van de opgevulde Duitse tankgracht uit 1943 te herkennen. (grondplan UGent) nGI a3518 Vandaag is de volledige lay-out van het kamp nog te herkennen op het DHMV II. We zien duidelijk de afbakening van de verschillende sectoren, van de wegen en paden die door het kamp liepen, en zelfs de plaats van tientallen barakken. Op het originele plan van het kamp staan enkel de 132 duidelijkste gebouwen aangeduid, maar op het hoogtemodel herkennen we er veel meer. Met het plan in de hand vinden we zelfs de meeste barakken terug. De ligging van de gebouwen tekent zich af als kleine niveauverschillen, soms iets dieper, soms opgehoogd. We kunnen ook het tracé volgen van de waterleidingen over een lengte van meer dan 2 kilometer. De leidingen liepen noord-zuid doorheen het kamp en hadden Wouter GHeyle & IGnace BourGeoIs Visualisatie van het hoogtemodel met de sporen van het kamp op het bodemoppervlak van het huidige Sint-Annabos. Het grote raster is de indeling van het kamp in blokken, met paden ertussen. De fijne lijntjes zijn onder meer waterleidingen, wandelpaden en een kronkelend beekje. De tientallen donkere vlekjes in rijen zijn de locaties van kleine en grotere barakken. Refererend aan het grondplan zien we hier de sectoren A tot N, ten noorden van de Charles De Costerlaan. (DHMV II Informatie Vlaanderen, visualisatie UGent) aftakkingen, waarschijnlijk naar de sanitaire blokken en keukens. Ook die grotere barakken zijn soms nog te identificeren. Ten oosten van het kamp is ook het noordelijke deel van de Duitse tankgracht uit 1943 nog zichtbaar als een 450 meter lange, lichte verhoging in het landschap. De gracht is na de oorlog opgevuld, maar blijkbaar is daarbij meer grond gebruikt dan nodig, wat de verhevenheid verklaart. De Duitse luchtfoto’s uit de Tweede Wereldoorlog (zie ‘Operatie Dick Tracy’ pagina 30) tonen de gracht in originele staat, net na de aanleg. Een klein deel van kamp Top Hat zal binnenkort verdwijnen door de aanleg van de Oosterweelverbinding. Voorafgaand aan de werken zullen archeologen wel de kans krijgen opgravingen uit te voeren. Die leveren ongetwijfeld nieuwe elementen op die het verhaal van dit stukje recente geschiedenis vervolledigen. 111 5 · De BinnengOrDel en De scHelDeverDeDiging Twee lunetten van de Grote Omwalling (linksboven in beeld; de noordelijke bleef bewaard als Stadspark Brilschans) en de Forten 4, 5 en 6, in 1944 en op een actuele luchtfoto. De verstedelijking van de Antwerpse rand is overduidelijk. (nara, GX images en Informatie Vlaanderen, Orthofoto 2013) aan begonnen was (Gils 2014: 24). Tussen Ekeren-dorp en het nu verdwenen dijkfortje van Oorderen aan de Schelde waren enkele caponnières klaar en was een doorlopende dubbele gracht in aanleg. Ook enkele poortgebouwen die de doorgangen door de grachten en aan te leggen wal moesten bewaken, zouden gebouwd geweest zijn. Vandaag zijn de smalle voorgracht en de brede hoofdgracht (beide met water van het verlegde Groot Schijn) nog zichtbaar, en delen van vier fortjes en een poortgebouw (zie kaarten E4, F4 en G4 in bijlage 7.5). 112 5.2 Militaire resten op het digitale hoogtemodel Tijdens beide wereldoorlogen werden ook de forten en schansen van de Binnengordel waar nuttig door de bezetter in gebruik genomen. Het Duitse leger liet zelfs een eigen tankgracht aanleggen rond Antwerpen. Daartoe verbond het vanaf 1943 de fortgrachten tussen de Brialmontforten met elkaar. Die tankgracht werd door de Antwerpenaren smalend den dnjepr genoemd, een verwijzing naar de gestuite opmars van de Duitsers aan de gelijknamige rivier aan het Oostfront. De gracht maakte een bijna volledige cirkel vanaf Oorderen in het noorden tot het Albertkanaal, daarna tot Mortsel tussen de Brialmontforten, en zelfs een stuk op Linkeroever ter bescherming van de autotunnel (de huidige Waaslandtunnel). 113 5 · De BinnengOrDel en De scHelDeverDeDiging Op deze Duitse luchtfoto uit de Tweede Wereldoorlog zijn delen van den dnjepr zichtbaar als zigzaggende gracht tussen de Brialmontforten 2 en 3. Duitse fotoanalisten hebben hem met blauw gemarkeerd. Enkele Belgische militaire structuren kregen een rode kleur. (nara, GX images, uitsnede) 114 Op Duitse foto’s uit 1944–1945 is de loop van de tankgracht grotendeels te volgen. Van den dnjepr zijn nog eenentwintig fragmenten bewaard, over een afstand van in totaal 4.696 meter, onder meer als heel subtiel reliëfverschil op Linkeroever (zie ‘Top Hat’ pagina 110) en in originele toestand tussen de Forten 6 en 7 in het natuurgebied Groen Neerland (Neerlandpark) in Wilrijk. Tussen de voormalige Forten 1, 2 en 3 zijn enkele delen van de gracht in het reliëf zichtbaar, soms als waterlichaam. Ook rond het fort van Merksem in het noordoosten vinden we nog fragmenten terug. 5.2 Militaire resten op het digitale hoogtemodel Rood: op het DHMV II nog zichtbare en dus bewaarde delen van de Duitse tankgracht uit de Tweede Wereldoorlog (situatie 2014). Geel: de gegraven maar niet-bewaarde stukken zoals vastgesteld op Duitse luchtfoto’s uit 1944 (op basis van nara, GX images). Rond Fort 4 en 5 was de gracht niet gegraven, vermoedelijk wegens de toen al dichte bebouwing. Achtergrond: hedendaagse luchtfoto. (Informatie Vlaanderen, kaart UGent) 115 5 · De BinnengOrDel en De scHelDeverDeDiging Deze luchtfoto van het ministerie van Openbare Werken uit 1959 toont het fort van Wijnegem net voor afbraak. Op het fort zijn verschillende graafmachines aan het werk. We zien de bocht van de Turnhoutsebaan, die door de afbraak van het fort rechtgetrokken kon worden in 1962. Op de achtergrond is rechts de pas aangelegde Koning Boudewijnsnelweg (A13) duidelijk zichtbaar in oostelijke richting, en links het Albertkanaal. (collectie Leo Spaepen) 116 We volgen bij het overlopen van de Binnengordel de bekende nummering en beginnen bij Fort 1 in Wijnegem. Dat is in 1959 volledig verdwenen voor het rechttrekken van de Turnhoutsebaan en de bouw van een winkelcentrum, het huidige Wijnegem Shopping Center. De percelering en de fortvlakte ten noorden van de Turnhoutsebaan herinneren nog wel aan de vorm van de fortgracht, maar het hele gebied is zeer grondig aangepakt. Alle reliëfverschillen op het digitale hoogtemodel zijn te linken aan de drainage en de nivellering van het terrein. 5.2 Militaire resten op het digitale hoogtemodel De overige zeven forten zijn bewaard gebleven, al is er veel verschil merkbaar in het beheer van de forten en in de impact van de activiteiten die er sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog hebben plaatsgevonden. De bijlagen geven alle forten in detail weer, inclusief uitleg over de bewaring van aarden resten (zie bijlage 7.4). Op zes van de zeven forten zijn nog loopgraven bewaard, soms zelfs heel duidelijk en over verschillende delen van het fort verspreid. Bij een terreincontrole bleek een deel van de ingegraven structuren gemetselde wanden te hebben, als een soort open gang of beschut pad. Enkel op Fort 3 in Borsbeek zijn geen aarden veldversterkingen te herkennen op het digitale hoogtemodel. Het fort werd na de Tweede Wereldoorlog dan ook voor een deel gesloopt om plaats te maken voor nieuwe loodsen. Ook van de gracht is maar minder dan de helft bewaard gebleven. Een recente luchtfoto van de fortvlakte in Wijnegem, met het winkelcentrum. De foto is genomen in westelijke richting, dus vanuit tegenovergestelde hoek van de luchtfoto uit 1959. (Provincie Antwerpen-Vilda, Yves Adams) 117 5 · De BinnengOrDel en De scHelDeverDeDiging Bewaarde loopgraven op Fort 2 van Wommelgem (foto Stefan Dewickere) 118 De schansen die in het begin van de twintigste eeuw tussen en net voor de Brialmontforten werden gebouwd, zijn grotendeels verdwenen. Schansen 16, 17 en 18, die net ten zuiden van Fort 8 liggen, zijn de enige drie die nog als geheel bewaard zijn. Van Schans 16 is de gracht nog aanwezig. Op Schans 17 is er binnen de bewaarde gracht zelfs nog een stuk loopgraaf te herkennen op het digitale hoogtemodel. De meest westelijke, 18, is enkel nog als gebouw aanwezig, de aarden werken en gracht zijn grotendeels verdwenen (zie bijlage 7.4 pagina 227) Ten slotte is er het fort van Merksem, net ten noorden van de stadskern. Het ligt vandaag ietwat geïsoleerd van de overige forten en is in die zin een buitenbeentje. Het maakt geen deel uit van de oorspronkelijke Binnengordel van Brialmontforten en werd net als de forten van Kruibeke en Zwijndrecht gebouwd om de Vesting Antwerpen te vervolledigen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwam het niet in actie, maar om het fort niet onbeschadigd in de handen van de tegenstander te laten vallen, blies het Belgische leger net voor de val van Antwerpen zelf een deel van het fort op. Het digitale hoogtemodel toont duidelijke sporen van loopgraven op de nog bewaarde delen van het fort. Vandaag is een deel van het fortterrein ingericht als recreatiedomein. 5.2 Militaire resten op het digitale hoogtemodel Bewaarde loopgraven op de caponnière van Fort 5 van Edegem (foto Stefan Dewickere) 119