Wouter GHeyle
IGnace BourGeoIs
5
DE BINNENGORDEL EN DE SCHELDEVERDEDIGING
In de vorige hoofdstukken cirkelden we rond de Vesting Antwerpen, van Berendrecht in het noorden tot Beveren in het westen. Maar ons overzicht is nog niet compleet. De cirkel is niet volledig zonder de polder- en havenzone ten noordwesten van
de stad. Bovendien hebben we nog niet gekeken naar het gebied binnen de Buitengordel, met daarin als grootste militaire element de Binnengordel van Brialmontforten
ten oosten en zuiden van de stad.
De vestingstad Antwerpen heeft een rijke geschiedenis van omwallingen en
verdedigingswerken die in verschillende fasen werden gebouwd, verbouwd en vaak
ook weer afgebroken (Gils 2014, Lombaerde 2009). Bovengronds is van veel van die
constructies weinig tot niets meer aan te treffen. Toch blijken links en rechts resten
bewaard, al zijn ze dikwijls vrijwel ‘onzichtbaar’ of worden ze niet meer als militaire
resten (h)erkend.
5.1 Een verstedelijkt erfgoedlandschap
Anders dan bij de restanten van de Buitengordel zien we in en rond de stad en de
haven een enorme impact van stads- en havenuitbreidingen, infrastructuur en industrie. Daardoor zijn heel wat van de voormalige forten, schansen, omwallingen en
kleinere veldversterkingen bovengronds niet meer bewaard. Die evolutie is sinds de
Tweede Wereldoorlog erg snel gegaan en heeft vooral het rurale landschap net buiten het toenmalige stadscentrum in recordtempo omgevormd tot stedelijk gebied.
De haven kende een gestage uitbreiding. Nieuwe dokken, kades en bijbehorende
industriegebieden deden enkele forten, schansen en batterijen van de Scheldeverdediging verdwijnen. Behalve de overgebleven forten, zoals Liefkenshoek, Lillo, SintFilips en Sint-Marie, vinden we in het havengebied dan ook weinig militaire resten
terug. Een belangrijke uitzondering is de Defensieve Dijk, die nog grotendeels intact
in het landschap bewaard bleef. In de overgangszone tussen stad en haven, op de
rechteroever van de Schelde, is nog een klein stukje bewaard van het Noordkasteel,
in 1862 gebouwd als sluitstuk van de Vesting Antwerpen.
Niet alleen de haven, maar ook andere grote infrastructuurwerken hadden een
enorme impact op het militaire erfgoed rond Antwerpen. De oude Spaanse stadsomwalling ging in de tweede helft van de negentiende eeuw al verloren toen ze plaats
moest maken voor de huidige Leien. Ze werd vervangen door de nieuwe Grote Omwalling van generaal Brialmont, die echter vanaf de jaren 1960 op haar beurt met de
grond gelijk gemaakt werd voor de aanleg van de Ring rond Antwerpen. Onderdelen
van de Grote Omwalling die we nu nog kunnen herkennen, zijn de grachten van
twee schansen. Vandaag zijn het groene elementen ten zuiden van de Ring. De Schans
102
5.1 Een verstedelijkt erfgoedlandschap
Dat de Ring rond Antwerpen op de plaats kwam van de Grote Omwalling is mooi te zien vanuit de lucht.
De Brilschans op de voorgrond toont hoe de omwalling er moet hebben uitgezien.
(Provincie Antwerpen-Vilda, Yves Adams)
103
5 · De BinnengOrDel en De scHelDeverDeDiging
Een Duitse luchtfoto uit de jaren 1940 en een
hedendaagse luchtfoto uit 2017 tonen duidelijk
de stadsontwikkeling van de laatste decennia.
De Ring rond Antwerpen volgt perfect
het tracé van de Grote Omwalling
die in de jaren 1960 werd gesloopt.
(nara, GX images & Informatie Vlaanderen)
Mastvest of Jeugdherberg was een lunet zonder bebouwing. De Brilschans, nu een
stadspark, was een lunet met daarop tot het begin van de twintigste eeuw nog een
militair gebouw. Een derde restant is te herkennen in de vorm van de wandelpaden
in het Nachtegalenpark. Die schans, het Half Maantje, is in het reliëf niet bewaard
gebleven, en ook haar gracht is verdwenen.
104
5.1 Een verstedelijkt erfgoedlandschap
Veel voormalige vestingwerken mogen dan uit het beeld verdwenen zijn, ondergronds zijn ze dikwijls nog zeer goed bewaard. Dat blijkt vooral uit de talrijke onderzoeken van de Dienst Archeologie van de stad Antwerpen. De enorme constructies
werden uit praktische overwegingen vaak slechts tot op grondniveau afgebroken.
Alle diepere elementen bleven onaangeroerd waardoor ze vaak nog in uitstekende
105
5 · De BinnengOrDel en De scHelDeverDeDiging
toestand aangetroffen worden bij infrastructuurwerken. Regelmatig komen spectaculaire vondsten naar boven die de geschiedenis van de stad helpen reconstrueren.
Sinds jaren zorgt de Dienst Archeologie voor de ontsluiting en ruime bekendmaking
van die ontdekkingen.
5.2 Militaire resten op het digitale hoogtemodel
Onlangs kwamen bij een opgraving aan de Singel ter
hoogte van het Sportpaleis de funderingen vrij van een
verdwenen munitieopslag van de Grote Omwalling.
De caponnière met twee gebouwen (aangeduid met
een pijl) staat op verschillende luchtfoto’s uit de
Tweede Wereldoorlog, hier op een Duitse foto van
26 november 1944, en werd afgebroken in de jaren 1960.
(nara, GX images, uitsnede)
Toch zijn er ook bovengrondse aanwijzingen. Het digitale hoogtemodel helpt ons
opnieuw ze te herkennen. Vooral op de nog bestaande forten en schansen zijn aarden restanten bewaard van kleinere veldversterkingen, veelal loopgraven. Verspreid,
en soms onverwacht, vinden we ook op andere plaatsen nog bovengrondse resten
van militaire infrastructuur. De stad en het moderne havengebied laten we grotendeels buiten beschouwing omdat daar alle oorspronkelijke aarden restanten overbouwd of genivelleerd zijn.
De Scheldeverdediging en de haven
Op de oevers van de Schelde zijn nog vier forten bewaard. Voor de forten van Liefkenshoek en Lillo biedt het digitale hoogtemodel geen extra informatie. Er zijn geen
loopgraven bewaard en de drie bunkers uit de Eerste Wereldoorlog op het fort van
Liefkenshoek zijn al bekend. Fort Sint-Filips, in een Scheldebocht op de rechteroever, is zwaar verstoord. De natuur heeft er vrij spel. Ook hier herkenden we geen bijkomende militaire structuren in de topografie. Aan de overkant ligt Fort Sint-Marie.
Dat is veel beter bewaard gebleven, maar ook hier is enkel de vorm van het fortlichaam op het hoogtemodel te zien. Andere militaire elementen ontbreken.
Ten zuiden van en aansluitend op Fort Sint-Marie ligt de Defensieve Dijk. Die is nog
over de hele lengte bewaard. Hij werd samen met Fort Zwijndrecht en Fort Kruibeke aangelegd als onderdeel van het Verschanst Kamp Linkeroever, een verdedigbare zone ten
westen van de Schelde van waaruit het Waasland verdedigd kon worden, of waarlangs
eventuele Engelse of Franse hulp Antwerpen kon bereiken (Gils 2014: 17–18). De dijk
moest tevens de defensieve onderwaterzetting of inundatie van de aanpalende polders
beperken en het Verschanst Kamp droog houden (Van Pul 2014: 81). Hij bestond uit een
gracht en een dijklichaam met borstwering aan de oostelijke zijde. Ongeveer halfweg de
dijk is de goed bewaarde Schans Halve Maan te herkennen, een lunet die de weg naar
Melsele flankeerde. En in het midden tussen Halve Maan en Fort Sint-Marie ligt de Put
van Fien, een schans die de weg naar Kallo verdedigde maar deels werd weggegraven.
Aan het gehucht Stenen Kruis lijkt er op het eindpunt van de Defensieve Dijk een berm
of dijk haaks naar het westen te lopen over een afstand van ongeveer driehonderd meter.
106
5.2 Militaire resten op het digitale hoogtemodel
b
a
Ten zuiden daarvan liggen Fort Zwijndrecht en Fort Kruibeke. Ter hoogte van Kruibeke
gaat de fortenlijn op de rechteroever over in de Binnengordel met zijn acht Brialmontforten. In het meest westelijke punt van Fort Zwijndrecht, de vijandige zijde met vooruitstekende caponnière,10 zijn op het digitale hoogtemodel enkele aarden restanten in
het reliëf te ontwaren. Boven op de caponnière, die met aarde bedekt was, zijn in het
interbellum of tijdens de Tweede Wereldoorlog enkele loopgraven gegraven. Ook op
de restanten van het fort van Kruibeke zijn duidelijke loopgraven zichtbaar. We zien
dus dat ook op de oudere forten van de binnenste gordel loopgraven aangelegd zijn,
net als op de forten van de Buitengordel (zie vorige hoofdstukken).
Als we de Schelde terug stroomafwaarts volgen tot aan de haven verschijnen op de
rechteroever de resten van Fort Noordkasteel. Van die versterking uit 1862 is vandaag enkel een klein stuk berm bewaard en een deel van een waterlichaam, de zogenaamde Roeikom. Oorspronkelijk was het een citadel met een polygonale zeven- 10
hoek als plattegrond en een gracht en voorgracht eromheen. Wat overblijft zijn de
resten van het profiel van één front. Al op het einde van de negentiende eeuw werd
Luchtfoto uit november 1944 met de Defensieve Dijk
(zie pijl) en zowel de Schans Halve Maan (a) als de
Schans Put van Fien (b) nog in originele staat.
De dijk wordt doorsneden door de aanlegsleuf van
de expresweg en voorloper van de E34.
(nara, GX images, uitsnede)
Flankerend vuur dat de gracht en het direct voorliggende terrein bestrijkt, werd gegeven vanuit caponnières,
gekazematteerde uitbouwen die voor de hoofdwal liggen,
aan de vijandelijke zijde, en in dit geval centraal.
107
Luchtfoto’s uit de Tweede Wereldoorlog tonen het Noordkasteel nog in een meer herkenbare vorm, toen er van de
grachten en van de vesting zelf grotere stukken bewaard
waren dan vandaag. Na de oorlog ging de uitbreiding
van de haven gestaag verder. Een havenloods werd door
de Duitse administratie in rood gemarkeerd.
(nara, GX images, uitsnede)
een deel van het Noordkasteel afgebroken om plaats te maken voor de historische
dokken Amerikadok en Afrikadok en de vroege uitbreiding van de haven. Na de
Tweede Wereldoorlog ging de afbraak verder.
Op Linkeroever zijn tientallen zeer opvallende vormen met een erg regelmatige
structuur op het digitale hoogtemodel te ontwaren. Het gaat hier niet over versterkingen of loopgraven, maar het zijn wel structuren die zeker een rol hebben gespeeld in de militaire geschiedenis van de stad, zij het recenter. De locatie van het
Sint-Annabos was immers niet alleen tijdens de Tweede Wereldoorlog van belang
voor de Duitse bezetter. Na de oorlog werd het een transitplaats voor tienduizenden
Amerikaanse soldaten die er in afwachting van hun terugkeer naar hun vaderland
gekazerneerd waren (zie ‘Top Hat’ pagina 110).
De forten en schansen van de Binnengordel en de Veiligheidsomwalling
Generaal Brialmont liet als aanvulling van de nieuwe Grote Omwalling een fortengordel aanleggen. Die kwam minimum 2,5 kilometer van de stad te liggen, om
vijandelijke beschietingen tegen te gaan. Hij zou later de Binnengordel genoemd
worden. De 8 forten lagen onderling zo’n 2 kilometer van elkaar, waardoor visueel
108
contact mogelijk bleef. Vanaf 1870 werden in de intervallen zowat overal loopgraven aangelegd als veldversterking. Volgens een teruggevonden manuscript uit 1882
werd er tussen de zijfronten van Forten 3, 4, 5 en 6 telkens een dekkende loopgraaf
in rechte lijn gegraven. Takkenbossen ervoor moesten dienst doen als hindernis (zie
deel 1 van Vergeten linies pagina 54). Van die loopgraven en mogelijke extra aangelegde veldversterkingen tijdens de belegering van Antwerpen in de beginmaanden
van de Eerste Wereldoorlog is echter niets meer overgebleven, omdat de hele zone
van de Binnengordel intussen verstedelijkt gebied is geworden.
In het begin van de twintigste eeuw, vanaf 1907, besloot men de Binnengordel
te versterken en te actualiseren zodat hij als zogenaamde Veiligheidsomwalling kon
functioneren bij een eventuele doorbraak van de Buitengordel. De verouderde Grote
Omwalling, die te dicht bij het stadscentrum lag, werd gedeclasseerd. In die fase
werden achttien extra schansen gebouwd tussen en net voor de acht Brialmontforten,
die zouden verbonden worden door een stalen hek (in 1914 vervangen door prikkeldraad). Slechts drie daarvan, Schansen 16, 17 en 18, bleven volledig bewaard, terwijl
van zes andere schansen (delen van) de gebouwen overbleven. In het noorden, van
Fort 2 langs het Fort van Merksem tot aan de Schelde, bestaat de Veiligheidsomwalling uit een wal met geflankeerde dubbele gracht, waar men in 1914 nog maar pas
Twee forten in Borsbeek en Mortsel met tussenliggende
schansen die vandaag verdwenen zijn, gefotografeerd
in december 1944. Op het vliegveld zijn vliegtuigen te
zien, ten zuiden van Fort 4 (links) de rookpluim van een
stoomtrein, en hier en daar is militaire infrastructuur in
de velden te bemerken.
(nara, GX images, uitsnede)
109
Top Hat
Een Amerikaans kamp in het Sint-Annabos
Het Sint-Annabos op Linkeroever kent een
verborgen geschiedenis die dankzij het digitale hoogtemodel (DHMV II) weer tot leven
komt. Op de bodem van het bos zien we een
regelmatig patroon van tientallen lijnen en
rechthoeken. Lijnen die er op wijzen dat waar
nu bos groeit ooit andere activiteiten hebben
plaatsgevonden. Van 1945 tot 1948 lag hier een
uitgestrekt Amerikaans militair kamp, met de
welluidende naam Top Hat.
In 1942–1943 was er al militaire activiteit op die
plek. Tijdens de bezetting hadden de Duitsers
er een oefenterrein met loopgraven, barakken
en een oefenzone voor explosieven. Na mei 1943
legden ze bovendien een brede tankgracht aan.
Na de bevrijding van Antwerpen verrees er in
ijltempo een groot Amerikaans transitkamp waar
tienduizenden soldaten verbleven in afwachting
van hun terugreis naar de Verenigde Staten.
Tegen augustus 1945 stonden er honderden zogenoemde Romneyhutten: barakken met daken
van gebogen golfplaten en voorzien van water en
elektriciteit. Het kamp was verdeeld in sectoren.
Ten noorden van de Charles De Costerlaan waren
twaalf sectoren verdeeld in grote vakken van zo’n
270 bij 170 meter. Elk vak was voorzien van latrines,
twee wasplaatsen, een douchegelegenheid en
twee keukens. De hoofdgebouwen stonden langs
de toenmalige Dwarslaan en Charles De Costerlaan. Er waren niet alleen administratieve gebouwen, maar ook bars, eetgelegenheden, cinema’s,
winkels en zelfs een kapel. Verder stonden er zo’n
2500 tenten opgesteld. Tegen 1948 was het kamp
grotendeels afgebroken en bleef het terrein
verweesd achter. Op de braakliggende terreinen
ontwikkelde zich een spontane vegetatie die na
enkele decennia uitgroeide tot het Sint-Annabos
(Cornelissen et al. 2006, De Decker & Mertens 2012).
Kamp Top Hat werd vergeten.
110
Kamp Top Hat (1945–1948) zoals het op het digitale hoogtemodel te herkennen is. We zien nog tientallen
barakken en waterleidingen. Ook de structuur van het kamp is nog te zien via de vroegere paden en percelering.
In het noordoosten is een fragment van de opgevulde Duitse tankgracht uit 1943 te herkennen.
(grondplan UGent) nGI a3518
Vandaag is de volledige lay-out van het kamp
nog te herkennen op het DHMV II. We zien
duidelijk de afbakening van de verschillende
sectoren, van de wegen en paden die door het
kamp liepen, en zelfs de plaats van tientallen
barakken. Op het originele plan van het kamp
staan enkel de 132 duidelijkste gebouwen aangeduid, maar op het hoogtemodel herkennen
we er veel meer. Met het plan in de hand vinden
we zelfs de meeste barakken terug.
De ligging van de gebouwen tekent zich af
als kleine niveauverschillen, soms iets dieper,
soms opgehoogd. We kunnen ook het tracé
volgen van de waterleidingen over een lengte
van meer dan 2 kilometer. De leidingen liepen
noord-zuid doorheen het kamp en hadden
Wouter GHeyle & IGnace BourGeoIs
Visualisatie van het hoogtemodel met de sporen van het kamp op het bodemoppervlak van het huidige Sint-Annabos.
Het grote raster is de indeling van het kamp in blokken, met paden ertussen. De fijne lijntjes zijn onder meer waterleidingen,
wandelpaden en een kronkelend beekje. De tientallen donkere vlekjes in rijen zijn de locaties van kleine en grotere
barakken. Refererend aan het grondplan zien we hier de sectoren A tot N, ten noorden van de Charles De Costerlaan.
(DHMV II Informatie Vlaanderen, visualisatie UGent)
aftakkingen, waarschijnlijk naar de sanitaire
blokken en keukens. Ook die grotere barakken
zijn soms nog te identificeren.
Ten oosten van het kamp is ook het noordelijke
deel van de Duitse tankgracht uit 1943 nog
zichtbaar als een 450 meter lange, lichte
verhoging in het landschap. De gracht is na
de oorlog opgevuld, maar blijkbaar is daarbij
meer grond gebruikt dan nodig, wat de verhevenheid verklaart. De Duitse luchtfoto’s uit de
Tweede Wereldoorlog (zie ‘Operatie Dick Tracy’
pagina 30) tonen de gracht in originele staat,
net na de aanleg.
Een klein deel van kamp Top Hat zal binnenkort
verdwijnen door de aanleg van de Oosterweelverbinding. Voorafgaand aan de werken zullen
archeologen wel de kans krijgen opgravingen
uit te voeren. Die leveren ongetwijfeld nieuwe
elementen op die het verhaal van dit stukje
recente geschiedenis vervolledigen.
111
5 · De BinnengOrDel en De scHelDeverDeDiging
Twee lunetten van de Grote Omwalling (linksboven in beeld; de noordelijke bleef bewaard als Stadspark Brilschans)
en de Forten 4, 5 en 6, in 1944 en op een actuele luchtfoto. De verstedelijking van de Antwerpse rand is overduidelijk.
(nara, GX images en Informatie Vlaanderen, Orthofoto 2013)
aan begonnen was (Gils 2014: 24). Tussen Ekeren-dorp en het nu verdwenen dijkfortje van Oorderen aan de Schelde waren enkele caponnières klaar en was een doorlopende dubbele gracht in aanleg. Ook enkele poortgebouwen die de doorgangen
door de grachten en aan te leggen wal moesten bewaken, zouden gebouwd geweest
zijn. Vandaag zijn de smalle voorgracht en de brede hoofdgracht (beide met water van
het verlegde Groot Schijn) nog zichtbaar, en delen van vier fortjes en een poortgebouw
(zie kaarten E4, F4 en G4 in bijlage 7.5).
112
5.2 Militaire resten op het digitale hoogtemodel
Tijdens beide wereldoorlogen werden ook de forten en schansen van de Binnengordel waar nuttig door de bezetter in gebruik genomen. Het Duitse leger liet zelfs
een eigen tankgracht aanleggen rond Antwerpen. Daartoe verbond het vanaf 1943
de fortgrachten tussen de Brialmontforten met elkaar. Die tankgracht werd door de
Antwerpenaren smalend den dnjepr genoemd, een verwijzing naar de gestuite opmars
van de Duitsers aan de gelijknamige rivier aan het Oostfront. De gracht maakte een
bijna volledige cirkel vanaf Oorderen in het noorden tot het Albertkanaal, daarna
tot Mortsel tussen de Brialmontforten, en zelfs een stuk op Linkeroever ter bescherming van de autotunnel (de huidige Waaslandtunnel).
113
5 · De BinnengOrDel en De scHelDeverDeDiging
Op deze Duitse luchtfoto uit de Tweede Wereldoorlog
zijn delen van den dnjepr zichtbaar als zigzaggende
gracht tussen de Brialmontforten 2 en 3. Duitse fotoanalisten hebben hem met blauw gemarkeerd. Enkele
Belgische militaire structuren kregen een rode kleur.
(nara, GX images, uitsnede)
114
Op Duitse foto’s uit 1944–1945 is de loop van de tankgracht grotendeels te volgen.
Van den dnjepr zijn nog eenentwintig fragmenten bewaard, over een afstand van in
totaal 4.696 meter, onder meer als heel subtiel reliëfverschil op Linkeroever (zie
‘Top Hat’ pagina 110) en in originele toestand tussen de Forten 6 en 7 in het natuurgebied Groen Neerland (Neerlandpark) in Wilrijk. Tussen de voormalige Forten 1, 2
en 3 zijn enkele delen van de gracht in het reliëf zichtbaar, soms als waterlichaam.
Ook rond het fort van Merksem in het noordoosten vinden we nog fragmenten terug.
5.2 Militaire resten op het digitale hoogtemodel
Rood: op het DHMV II nog zichtbare en dus bewaarde delen van de Duitse tankgracht uit de Tweede Wereldoorlog (situatie 2014). Geel: de gegraven maar
niet-bewaarde stukken zoals vastgesteld op Duitse luchtfoto’s uit 1944 (op basis van nara, GX images). Rond Fort 4 en 5 was de gracht niet gegraven,
vermoedelijk wegens de toen al dichte bebouwing. Achtergrond: hedendaagse luchtfoto.
(Informatie Vlaanderen, kaart UGent)
115
5 · De BinnengOrDel en De scHelDeverDeDiging
Deze luchtfoto van het ministerie van Openbare Werken
uit 1959 toont het fort van Wijnegem net voor afbraak.
Op het fort zijn verschillende graafmachines aan het
werk. We zien de bocht van de Turnhoutsebaan, die door
de afbraak van het fort rechtgetrokken kon worden in
1962. Op de achtergrond is rechts de pas aangelegde
Koning Boudewijnsnelweg (A13) duidelijk zichtbaar in
oostelijke richting, en links het Albertkanaal.
(collectie Leo Spaepen)
116
We volgen bij het overlopen van de Binnengordel de bekende nummering en beginnen bij Fort 1 in Wijnegem. Dat is in 1959 volledig verdwenen voor het rechttrekken
van de Turnhoutsebaan en de bouw van een winkelcentrum, het huidige Wijnegem
Shopping Center. De percelering en de fortvlakte ten noorden van de Turnhoutsebaan herinneren nog wel aan de vorm van de fortgracht, maar het hele gebied is zeer
grondig aangepakt. Alle reliëfverschillen op het digitale hoogtemodel zijn te linken
aan de drainage en de nivellering van het terrein.
5.2 Militaire resten op het digitale hoogtemodel
De overige zeven forten zijn bewaard gebleven, al is er veel verschil merkbaar in het
beheer van de forten en in de impact van de activiteiten die er sinds het einde van de
Eerste Wereldoorlog hebben plaatsgevonden. De bijlagen geven alle forten in detail
weer, inclusief uitleg over de bewaring van aarden resten (zie bijlage 7.4). Op zes
van de zeven forten zijn nog loopgraven bewaard, soms zelfs heel duidelijk en over
verschillende delen van het fort verspreid. Bij een terreincontrole bleek een deel van
de ingegraven structuren gemetselde wanden te hebben, als een soort open gang
of beschut pad. Enkel op Fort 3 in Borsbeek zijn geen aarden veldversterkingen te
herkennen op het digitale hoogtemodel. Het fort werd na de Tweede Wereldoorlog
dan ook voor een deel gesloopt om plaats te maken voor nieuwe loodsen. Ook van
de gracht is maar minder dan de helft bewaard gebleven.
Een recente luchtfoto van de fortvlakte in Wijnegem,
met het winkelcentrum. De foto is genomen in westelijke
richting, dus vanuit tegenovergestelde hoek van de
luchtfoto uit 1959.
(Provincie Antwerpen-Vilda, Yves Adams)
117
5 · De BinnengOrDel en De scHelDeverDeDiging
Bewaarde loopgraven op Fort 2 van Wommelgem
(foto Stefan Dewickere)
118
De schansen die in het begin van de twintigste eeuw tussen en net voor de Brialmontforten werden gebouwd, zijn grotendeels verdwenen. Schansen 16, 17 en 18, die net
ten zuiden van Fort 8 liggen, zijn de enige drie die nog als geheel bewaard zijn. Van
Schans 16 is de gracht nog aanwezig. Op Schans 17 is er binnen de bewaarde gracht
zelfs nog een stuk loopgraaf te herkennen op het digitale hoogtemodel. De meest
westelijke, 18, is enkel nog als gebouw aanwezig, de aarden werken en gracht zijn
grotendeels verdwenen (zie bijlage 7.4 pagina 227)
Ten slotte is er het fort van Merksem, net ten noorden van de stadskern. Het ligt
vandaag ietwat geïsoleerd van de overige forten en is in die zin een buitenbeentje.
Het maakt geen deel uit van de oorspronkelijke Binnengordel van Brialmontforten en werd net als de forten van Kruibeke en Zwijndrecht gebouwd om de Vesting
Antwerpen te vervolledigen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwam het niet in actie,
maar om het fort niet onbeschadigd in de handen van de tegenstander te laten vallen, blies het Belgische leger net voor de val van Antwerpen zelf een deel van het
fort op. Het digitale hoogtemodel toont duidelijke sporen van loopgraven op de nog
bewaarde delen van het fort. Vandaag is een deel van het fortterrein ingericht als
recreatiedomein.
5.2 Militaire resten op het digitale hoogtemodel
Bewaarde loopgraven op de caponnière van Fort 5 van Edegem
(foto Stefan Dewickere)
119