et
Niet te verwarren met: et- |
- et
- [A] van Latijn et, als deel van ‘et cetera’ aangetroffen vanaf 1570 [1]
- [B] etten ww zonder de uitgang -en
[A] et
- en (als onderdeel van uitdrukkingen in het Latijn)
vervoeging van |
---|
etten |
[B] et
et
- jou, je (lijdend en meewerkend voorwerp, vóór het werkwoord)
- et
- Afkomstig van het Oudnoorse woord eitt
Naar frequentie | 29 |
---|
Telwoord (dan) | ||||
---|---|---|---|---|
0 | ||||
1 | 11 | 10 | 100 | 103 |
2 | 12 | 20 | 106 | |
3 | 13 | 30 | 109 | |
4 | 14 | 40 | 1012 | |
5 | 15 | 50 | 1015 | |
6 | 16 | 60 | 1018 | |
7 | 17 | 70 | 1021 | |
8 | 18 | 80 | 1024 | |
9 | 19 | 90 | 1027 |
et
et
- een (voor woorden met het onzijdige geslacht)
- en (voor woorden met het gemeenschappelijke geslacht)
et
- en (voor woorden met het gemeenschappelijke geslacht)
- et in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
et
et
- et
et
- et
- Lidwoord, onbepaald voornaamwoord: Afkomstig van het Oudnoorse woord eitt.
- Voegwoord; Afkomstig van het Latijnse woord et.
Naar frequentie | 32 |
---|
et (voor woorden met het onzijdige geslacht)
- en (voor woorden met het mannelijke en vrouwelijke geslacht)
- ei (voor woorden met het vrouwelijke geslacht)
et
et (voor woorden met het onzijdige geslacht)
- (een) iemand
- «Viss vi har et og annet å snakke om.»
- Gewis hebben we het een en ander om over te praten.
- «Viss vi har et og annet å snakke om.»
- et
- Afkomstig van het Latijnse woord et.
et
et
- et
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | et | etler |
genitief | etin | etlerin |
datief | ete | etlere |
accusatief | eti | etleri |
locatief | ette | etlerde |
ablatief | etten | etlerden |
et
et